318 zochten burgemeester en schepenen die zaak te willen onder zoeken toen dit geweigerd en uitgesteld werdbesloten zij hun functie neerteleggen als er niet in voorzien werd. Den eerstvolgenden Zondag kwamen zij ook werkelijk niet in de kerk de burgemeester ontbiedt eene commissie uit hen en be looft nu de zaak te onderzoeken de binnenvader wordt hierop door Wettenraad" afgezet. Later vtordt ook de binnenmoeder door den raad aangesteld (1723). Weer later in 1736 vinden wij het wederom anders; toen stelden diakenen een binnenvader aan mits approbatie van den burgemeester die hun de keuze had overgelaten. In October 1761 vinden wij nog eens verandering; toen had men request van den sollicitant aan den raadadvies hierop door diakenenbenoeming door den raad. x) Zeer merkwaardig voor den geest van dien tijd is voorzeker het na- volgende dat in die resolutie o. a. voorkomt „En is dien onvermindertgoetgevonden en verstaan, Broederen Dyaconen van den Nederduytschen armen dezer stad aanteschrijvengelijk aangeschre- ven worden bij dezen dat wanneer HuuEd. Achtb. bij de resolutie van den Eersten Augustus laatstleden alleenlijk requireerdenderzelver consideratien „en berigt op bovengemelde requestehun Ed. Achtb. zig niet hadden voor- gestelddat Broederen dyaconen aan hun Ed. Achtb. bovendien nog hun goet- vinden wel zouden willen cominuniceerendat vermits bet aan broederen Dyaconen niet onbekent kan zyndat de dispositie op diten diergelijke verzoeken direct en privative aan bun Ed. Achtb. competeertzonder dat hoogst derzelver daartoede concurrentie van iemandveel min van Broe- deren Dyaconen nodig hebben, hun Ed. achtb. ook niet twyffelen of broe- deren dyaconen zullen zelfs begrypen dat schoon hun Ed. Achtb. van der- zeiver consideratiën op soortgelyke versoeken, wel willen gedient syuhoogst dezelve Egter aan de andere kant hun goetvindenop dezelve gevoegelyk kunnenen ook wel willen ignoreeren en dat hun Ed. Achtb vertrouwen dat Broederen Dyaconendit steeds indachtig zyndezig voor het vervolg in hunne Rescriptien zullen onthoudenvan alle termes die Eenige autoriteyt in zig involveerenen dus aan hun Ed. Achtb. niet dan onaangenaam zyn konnen." Op deze scherpe resolutie was het antwoord dat zy supplten geen de minste intentie hebbendeom hun Ed. Achtb.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 704