Het duidelijkst komt dit uit in het hoofd der rekeningen van liet weeshuis, die van 1774 tot '78 ons zijn bewaard gebleven:' Reekening deselve praesenterende aan de Wel- Edel Achtb. Ileeren Burgemrsmitsgaders aan heeren com- missarissen van het arme fonds weegens de Edele Achtbare //magistraat dezer stad tot 't aanhooreu opnemen en sluyten van diendaartoe gecommitteerd en voorts ten overstaan van heeren regenten. Waar dergelijke woorden gebezigd worden valt niet maarte denken aan rekening ten overstaan vanmaar veeleer aan rekening aan de burgerlijke overheid zoodat wij tot de con clusie moeten komen dat diahenen aan den raad rehenplich- n tig waren." Zoo zien wij dan ook in 1729 het volgende voorvallen er was eene deputatie volgens gewoonte geweest bij den president burgemeesterdoch herhaalde malen had zij geen gehoor gekregen; nu werd er besloten op 3 Augustus dat er geen rekening zou worden gedaan voor en alleer de praesis bij den burgemeester werd ontboden en reeds op 6 Septem ber was er iemand bij den praesis geweest om te vragen //om wat reden de rekening van den armen niet op zijn tijd ge- //daan is." Aanstonds werd er dan nu ook tot het doen der rekening besloten. Ten slotte zij nog vermeld dat door de predikanten vooraf aan de gemeente werd bekend gemaakt dat er rekening zou worden gedaan die dan ook met open deuren in de consis torie plaats had. Diakenen en ouderlingen kregen eens over de wijze van bekendmaking onaangenaamheden waarbij de burgemeester weer te pas kwam die diakenen ongelijk gaf. Onder deze rubriek wenschen wij nog optenemen eenige citaten „ling der zaak van het St. Anthony gasthuys voor den H. R. in: „Nederland- sche RegtspraakDeel 67 pag. 130, 131). Ook iu September 1760 vinden wij reeds dezelfde terminologie: aantehoo- renoptenemen en te sluyten de gewone rekeninge van den Nederduytschen armen dezer stad.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 709