329 3°. dat de armenzorg zich ook uitstrekte tot de arme pas santen mits voorzien van een pas; 15 Juni 1583: aan luy- den goedt voorsien wesende met behoorlicke attestatie van plaets daer zy van daen comen en wat zy daer ontfangen heb- ben deweicke men sal helpen ende byst-ant doen naer 't be- hoorten onder denzelfden datum. En indien daar eenige passanten oft armen in de kerck syn sullen comen aen huyse //van een van de diaconen deweicke ondersoeck van selve per- soon gedaen hebbend sal een briefke geven op den ontfanger van soo vele den passant noodich syn sal." 26 Augustus 1636, //dat alle passanten, geen bedelaars sij.ndesullen haer hebben te adresseeren aan praeses van diakenen welcke van zelve sullen versorgt werden." 4°. Hadden de diakenen zich met de passanten te bemoeien niet evenzoo met de soldatenonder de ordonnantie op de bedelaars van 26 Augustus 1636 staat: Memorye dat alle soldaeten afcommende van legers ofte ook alle overloopers herwaerts overcomende ofte oock mede mattroossen dat alle //daselve nyet en sullen gelogeert werden in 't pottershuys van 't gasthuys maer sullen commen tot laste van 't gemeene lanclt ende gelogeert werden gelyck als voor desen by Ny- casius de stadsbode geschiet is ende versorgt worden van landtswegel" 5°. De stedelijke regeering begunstigde wel verreweg het meest de Nederduitsche diakonie maar verdeelde toch somtijds hare gunsten, en ondersteunde ook wel andere diakoniën. Den Nederduitschen diakenen was //terhooreu gekomen dat //aan den franschen armen is overgebragt een boete ten be- drage van 25 en alsoo de diakenen sustineeren dat alle boeten niet den fransen maar den gem.eenen duytzen armen //competeren," zij beklagen zich hierover; het antwoord van den burgemeester luidtoff het niet redelijk was wanneer den duytsen armen drie hoopjes rixdaelders profiteerde dat //dan den fransen armen éen hooptje trok" (1732) Het naauw verband tusschen de huys-armmeesters en de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 715