332
u kindt liyer geboren was is door order van de heer burgem1.
aen de armen gecomen en de andere twee wederom naer de
Hage t'ruge gezonden aan de diakonie aldaer oock door or-
der van de heer burgein1."
Reeds het plakkaat van Karei, Y van 7 Oct. 1531 be
paalde in art. 12 dat zij die een jaar op eene plaats hebben
gewoondparticiperen zullen in de aalmoezen die op die plaats
geordonneerd zullen wezen 1).
De Nederduitsche diakonie zorgde dan voor alle armen die
niet reeds door anderen verzorgd werden niets is dus natuur
lijker dan dat erfenissen gemaakt aan //de gemeene armen1''
toegewezen werden aan de Nederduitsche diakonie. 2) Werke
lijk vinden wij dan ook eene resolutie van den raad van 1754
in dezen zin. Na 1767 toen er scheiding in de verzorging
was gekomen met een gemeen armenfonds kwamen de erfe
nissen vermaakt //aan de armen" by het gemeene fonds, -
doch eene erfenis gemaakt aan de Nederduitsche gereformeerde
//armen dezer stede" kwam onder afzonderlijke administratie
van de diakonie. 3)
x) Zie over dit placcaat en de verdere placcaten Bijlage I.
2) Dit was ook geheel in overeenstemming met de rechtsbeschouwing van
dien tijd. Bij plakkaat van 20 Maart 1524 en 15 October 1531 werden de
onbehoorlijke en ongeoorloofde vergaderingen in 't geheel van alle erfenis nit-
gesloten. Deze zijn (zoo doet hierop in 1675 volgen S. van Leeuwen in zijn
Hoorns Hollands Regtbij ons al de gemeenten vergaderingen en secten de-
welke van de ware christelijke gereformeerde religie niet zijn." En verder bij
denzelfde. Hiertoe behoort het placaat van de staten van Holland den 4
„^Vley 1655. Daarbij wel scherpelijk is verboden: dat van nu voortaan geene
„personen en sullen vermogen by testament enz. te doneren aan of ten behoef
van eenige genaamde geestelijke papen of andere pausgezinde geordende per-
sonen nog ook van enige kloosters of enige andere geestelyke armen gestigten
„of godshuysen."
C. f. Verder E. van Zurck Coder Batavus p. 302 (Ed. 1711) en p. 712:
Testament ten behoeve der armenwordt ten behoeve van de regte armen
zonder onderscheid van welke religie de testateur was, geïnterpreteerd. (12
Aug. (1609)).
3) Diakenen en commissarisseu van het fonds hebben twist gehad over de