333 Zagen wij dat de diakonie in haar werkkring vóór de sepa ratie een burgerlijk karakter had en dit ook behieldwat be treft hare bemoeiingen alleen over de buitenarmen na 1767 ook het (/as^huis en het weeshuis behielden na de separatie in 1767 hun burgerlijk karakter. Dit komt bovendien sterk uit in de //keure en reglement op het gasthuis van 21 Februari 1767." De regenten, zes in getal, werden door den raad benoemd met toevoeging van een lid van den raad als presi dent (art. 1): zij, evenals de vier regentessen, binnen-vader binnen-moedermoesten belijdenis doen van den hervormden godsdienst (art. 2 313); in dit gesticht werden opgenomen arme passanten (art. 20)arme en onvermogende personen bin nen de stad en vrijdom van dien woonagtig (art. 21), en eindelijk 25 arme en behoeftige oude mannen en vrouwen be lijdenis doende van de gereformeerde religie en ledematen van de Nederduitsc/ie gemeente dezer stad onder afstand van hun goederen terwijl de hun opkomende erfenissen vervallen aan liet huis (art. 22, 23, 24). De arme on vermogenden moesten opgenomen worden zonder verschil van belijdenis mits niet behoorende tot den Wal- schenEngelscheLuthersche of Mennoniten armen of tot eenigerhande armen of diaconiën buiten de stad (art. 29). Op 21 Februari 1767 werd ook op het weeshuis een re- vraag of laatstgenoemden gerechtigd waren een inventaris of staat van zulk een erfenis op te vragen. (Nov. 1769). Een zeer merkwaardig iets is ons in het diakonaal archief bewaard gebleven en wel de namen der weldoeners vervat in cene Catalogus ofte lijste van de namen der personen die den armen deser stadt Vlissingen hebben gelieven te geden- ii kenzoo met legaten als giften van 50 ponden vl. en daarbovenwelke bier „sedert den jaare 1653 syn gestelt tot hunner gedagtenisseen anderen tot ,i navolginge." Onder bet jaar 1771 vinden wij daar eene erfmaking vermeld van 2048 - 17 - 10. Daar in de notulen van 1771 en '72 van die gift geen gewag wordt gemaakt (wel daarentegen van eene gift in hetzelfde jaar 1771 gedaan van 52), zoo is de vooronderstelling niet gewaagd dat deze gift als zijnde gedaan aan de armen" bij het algemeen fonds zal zijn ingekomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 719