336 Rest nog een woord over de jaren na 1795 Op 26 Mei 1795 werd er uitgevaardigd eene nieuwe or donnantie op de armenverzorging, welker hoofdkarakter duide lijk uitkomt in de volgende woorden der daaraan voorafgaande publicatie uit kragte van welke aan de eene zijdealle vernederende en wederregtelijke afhangelijkheid en verantwoordelijkheid van de Armbezorgers der Godsdienstige Gemeenten aan het pu- blicq Bestuuren aan de andere zydealle die zoo zeer //tegen de Gelijkheid strijdende Privilegiën, ten faveure van de Armen eener gemeenteboven die van eene andere Ge- meente finaal ophoudenomin de plaats van dien aan alle //Gemeenten eene gelijke Vrijheid van bestuur over haare Ar- men en eene gelijke aanspraak op de voor den Armen door het Publicq Gezagbestemde voordeelen te doen ge- nieten." //Volgens deze Ordonnantie, zal elke Godsdienstige Gemeente verpligt zyn te zorgen voor het onderhoud van de Behoefti- gen in den haaren, en daartoe genieten alle de Collecten, Giften Erffenissen en dergelyken beneficien die haar tot dat oogmerk worden toegevoegt. Ook zal iedere Gemeente even geregtigd zyntot het doen van Collecten door de geheele Stadmet voorkennis en toestemming van het publicq Be- stuurinsgelyks hebben alle Gemeenten het zelfde regt, om //alom Armbussenuit te zetten, waar zulks gewoonlyk is, en om haar Behoeftige Bejaarde en Gebrekkige Leden of Ouderlooze Kinderen op eene egale wyze te plaatzen in het Arm-Huis het welke als ten nutte van alle Gemeenten be- stemd niet aan het opzigt van een derzelver maar aan dat van het Stads-Bestuur moet worden toevertrouwden daarom den naam van stads Arm-Huis moet dragen. Zoodanige Gemeente t die genoègzaam haare Armen uit haare Collecten en Inkom- sten kan onderhoudenkan tot gene de minste rekenschap u aan het Publicq Bestuur worden verpligtterwijl die Ge- meenten die in de onmogelijkheid zijnom aan alle de uit-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 722