342
n ken wille isvolgens UI. resolutie van 4 October 11.op
grond der resolutie van 't Departementaal Bestuur van Schelde
Krachtens artikel 48 werd op 15 Juli 1800, een wet uitgevaardigd „van
het armbestuur voor de geheele republieken daarbij werden in artikel 4
alle armen genoemd: Kinderen van den Staat," Deze wet is echter nooit in
werking gekomen, wat in de publicatie van 8 Maart 1802 geconstateerd wordt
door de woorden„dat bare eventuele introductie nog zeer twijfelachtig was,"
zij heeft dus geen directen invloed uitgeoefend op de ordonnantie van den raad
van Vlissingen van 1795.
Latere staatsregelingen hadden evenmin invloed op het karakter der armenzorg
in dezen zin dat er geen algemeene wet tot stand en in werking is gekomen.
Cf. arr. van den H. R. 25 Januari en 14 Maart 1850.
Voor de staatsregeling van 1795 te vergelijken Leon, Staatsregt I, 2e druk
pag. 4no. 6 en 8.
Bij besluit van 20 September 1798 door het vertegenwoordigend lichaam
genomen is eene opgave gevraagd van den staat en de gesteldheid van alle zoo
danige fondsendirectiën en stichtingen in de geheele republiekals tot het
onderhoud der armen en het armwezen in het algemeen eenige betrekking
hebben. Cf. Leon, p. 58.
Bij de inlijving bij Frankrijk bepaalde artikel 48 van het Decreet van 1810.
„II n'est rien innové dans Tadministration des hopitaux, dans la distribution
des secours aux pauvreset dans la manière de pourvoir aux besoins des en-
fans trouvés"
Slechts de quaestie van het domicilie van onderstand werd geregeld voor
zoover de Wet van Vendimaire an II hier te lande werd van toepassing ver
klaarden later bij de wet van 28 November 1818, welker 9e artikel luidt:
„Door de bepalingen van deze wet wordt geenzins gederogeerd aan de be-
staande reglementen en verordeningeu op het stuk van onderhoud allimen-
tatie en onderstand door de diakenen en alle andere administratiën van gods-
dienstige gemeenten aan derzelver behoeftige ledematen te verleenen."
De voornaamste gronden in verschillende geschriften aangevoerd over de
kwestiën of de wetgever al dan niet de bevoegdheid heeft om bepalingen te
maken die ook voor de diakoniën verbindend zijn, zijn te vinden in: Be ver-
schillende gevoelens over de hoofdpunten eener wetgeving op het armbesüiur
1852" van pag. 2957.
Door de invoering van den Code Napoleon hier te lande werden de diako
niën gedwongen bij erfenissen en legaten voor de aanvaarding machtiging te
vragen; Code Napoleon artikel 910, 987, 2045 Burgerlijk Wetboek arti
kel 947 Het Burgerlijk Wetboek voor het koningrijk Holland van 24 Fe
bruari 1809, bevatte reeds artikelen hieromtrent en wel 610, 1388, 1371.