70
de Zeeuwsche kamer van de Compagnie had uitgeleendmaar
zich daardoor ook groote verliezen berokkend heeft. Wij za
gen hierboven dat de bank in 1644 f 500,000 aan de
West-Inclische compagnie uitleende; reeds vóór dien tijd had
deze zoowel bij de Leenbank als bij de Wisselbank geld
opgenomen en daarvoor obligatiën (wissels) afgegeven, welke
krachtens resolutie van wet en raad van 12 Julij 1644, nog
voor zes maanden geprolongeerd werden, terwijl bij dezelfde
resolutie Commissarissen van de Leenbank werden geautoriseerd
om aan de compagnie nog f 50 a f 60,000 te verstrek
ken tot dat de schepenwelke n uit de limite van de com-
//pagnie'" eerstdaags verwacht werden, geretourneerd zouden
zijn, om deze som alsdan uit de verwacht wordende retouren
te verhalen. De secrete notulen over de jaren 16461660
bevatten een tal van dergelijke autorisatiën op de Commissaris
sen van de Leenbank om sommen van meer of minder belang
aan de Compagnie te verstrekkenvoor welker teruggaaf als
dan meestal de naar de West uit te zenden ladingen en de
van daar te verwachten retouren verpand werden. Men zie o. a.
de secrete resolutie van 16 Mei 1650, bij welke Commissa
rissen gemachtigd werden aan Bewindhebbers van de Compag
nie te fourneereneerst de som van 4500 op de cargai-
soenen en goederen door de Compagnie ingeladen naar de kust
van Guinea; item 4000 op een schip bestemd naar Argin
(Axim?); item 2000 op het cargaisoen en ingeladen goe
deren in het schip De hoopgedestineerd naar Essequebo;
eindelijk nog 3000 op het cargaisoen en ingeladen goede
ren in de St. Jacobbestemd naar de kust van Guinea.
De vier afzonderlijke polissen van assurantie zouden in han
den van Commissarissen gesteld wordenen het geleende zou
uit de retouren of, ingeval van zeeramp, door de assuradeurs
worden vergoed. Negen maanden later werd op nieuw
eene som van 34,500 aan de Compagnie verstrekt, onder
q Secr. resolutie van 25 Februari 1651.