71 verband van de onder den directeur-generaal in Guinea uit staande restanten en van de retouren welke uit het eiland Barbados, met de schepen SalamanderMedea en de Oranje boom en van de kust van Axim en van Essequebomet de schepen de Hoop en de Ster werden verwacht. Natuurlijk werd van de aldus gemaakte schulden van tijd tot tijd uit de retouren meer of min afgedaan. Maar het bedrijfkapitaal van de Compagnie schijnt reeds in 1651 on voldoende geweest te zijn om de zaken aan den gang te hou den, zonder voortdurend tot crediet-middelen de toevlucht te nemen. Dit blijkt uit de secreete resolutie van 26 Augustus 1651, toen door den Raad het verzoek van Bewindhebbers werd ingewilligd houdende dat het retour gekomen van Guinea 32,806 had gerendeerd, die zij aan het huis van leening zouden dienen af te geven, in voldoening van hunne schuld aan dat huis; dat zij dan echter niets zouden over houden om de vracht van het schip de Beer en de maandgelden van het volk te voldoen en om aan eene menigte van crediteu ren die zij op de komst van dat retour hadden uitgesteld eenig contentement te geven; noch om de depositarissen de drie maanden intrest van hunne kapitalen te voldoen waarom zij verzochten dat de Stad zich met eene som van f 100,000 mocht te vreden stellen, in mindering van de schuld aan de Leenbank vermits zij aan de Kust nog over de 50,000 kapitaal hadden, uit welles retouren zij de Stad zouden contenteeren. Intusschen ging men voort met het geven van voorschotten aan de Compagnie, ook nadat deze, door het verlies van hare bezittingen in Brazilië, in verval was geraakt a) zelfs leende men haar in 1665 eene som van 20,581 op eenvoudigen //wissel" en tegen 2 pCt. in trest, niettegenstaande in liet Journaal van 28 Juni 1659 Zie de Secr. resolutiën van 10 Januari, 19 Maart en 6 Juni 1654; die van 6 Maart en 5 Juni 1655 van 22 Februari 1659; en van 11 De cember 1663.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 75