74
te komen staatten bedrage van 7377 samengesteld uit
21 posten van vermoedelijk of zekerlijkon verhaalbare schul
den. Doch hiermede was het onjuiste in de boeken en ba
lansen niet verholpen; want deze 7377 werden nu in één
post onder de debiteuren van de balans gebracht, in plaats
van de 21 posten, welke op de vorige balansen als zoodanig
voorkomen. En dat men, zoowel toen als nog gedurende vele
jaren daarna, onjuiste balansen opmaakte, welke een veel te
gunstigen stand van zaken aanwezenblijkt o. a. hieruit, dat
op die rekening van desperate en insolvente schildenals eerste
post, de boedel van Cornelis Arentse Westdorp met een
debet van 2074 13 5 voorkomt, ofschoon deze boedel
reeds in 1662 vereffend was geworden en men bij die gele
genheid bevonden had dat er op dien boedel niets verder te
verhalen was, zoodat deze 2074 reeds toen als een zuiver
verlies hadden moeten worden afgeschreven. Hetzelfde was
bet geval met de derde en vierde posten van die rekening
ten laste van Adriaan van Büllestraate die hier voor
339 en voor 506 als debiteur te boek staat, ofschoon
laatstbedoelde schuld reeds van het jaar 1652 de eerstbe
doelde minstens van 1667 dagteekenden.
De burgemeester Westdorp was niet de eenige van de
Commissarissen, aan welken de bank te kort kwam. Ook
het raadslid Egidius MaIljaert, die van 16791682 Com
missaris en tevens Kassier van de Leenbank geweest is, staat
op de rekening van oude en desperate schulden, in het Groot
boek van 1698, voor 84 10 11 debet. En de oud-
burgemeester Gilles Munnicx, die o. a. in 1668—1670
Commissaris van de Leenbank was, komt op bedoelde reke
ning met niet minder dan 982 voor. Eerstin 1738, toen
Waarschijnlijk de zoon van Adriaan van Buliestraate die op de
Lijsten van de magistraatvan 16271640, als raad, schepen en burge
meester voorkomt. Hij wordt dan ook in de latere Grootboeken Adriaan
van Büllestraate de Jonge genoemd.