79
aanstonds in handen der Commissarissen van de Leenbank
te stellenmet verder afzien van de voortzetting van, de zaak
ten principalemits de stad wilde toezeggen dat men de
retourenschepen en andere effecten van de Compagnie in
eenige jaren niet zou belemmeren, noch met arrest bekomme
ren enz. en Commissarissen van de Leenbank geautoriseerd
waren op dien voet met de Compagnie te transigeeren met
belofte dat men gedurende twee jaren achtereen de retouren
enz. van de Compagnie niet zou belemmeren noch arresteeren
onder bepaling dat Commissarissen met eenigen der voornaamste
geïnteresseerden in de Bank van leening zouden raadplegen
tot het bekomen van dezer toest emmingwezen dezen de
transactie af; ten gevolge waarvan de consignatiedes noods
bij executie bevolen, den 23 October gedaan werd.
Het proces met de West-Indische compagnie, van 't welk
de stukken in het archief van de Leenbank voorkomen, werd
gevoerd ter zake van de hier boven vermelde leening van
f 500,000 aangegaan bij schepensschuld- en verbandbrief
van 21 April 1644; bij welken de Compagnie de volgende
goederen en effecten verbonden hadtwee pakhuizenhet
ééne genaamd Het stadhuisstaande aan den Blaauwen dijk;
het andere Be eenhoorn, aan den Korendijk; het huis Be
smidse op den Compagnies groote werf; alle de actiën
van de Compagnie; het metalen en ijzeren geschut;
de portie van de kamer van Zeeland in de door de Provincie
toegelegde jaarlijksche subsidie van f 100,000, de schepen
welke hier te lande waren of zonden aankomen; en voorts
alle goederen van de Compagnie, 't zij hier, te Ylissingen of
te Veereen de retouren naar mate deze inkomen zouden.
Yan deze schuld nu was wel in 1661 f 100,000 afgedaan;
maar men had sedert 1666 geen intrest meer betaald van het
restant, niettegenstaande sedert dien tijd onderscheiden schepen
en retouren in Zeeland waren binnengekomen. Van daar in
1672 arrest van wege de Commissarissen van de Leenbank
op eene lading gomstruisvederenamber de gris enz. welke