80 reeds verkocht, maar nog niet geleverd was; en eisch tot be taling van de hoofdsom der schuld ad f 400,000 met den verloopen intrest. Bij provisie werd geëischtdat de verkochte goederen aan de koopers zouden geleverd wordenmits de kooppenningen ten kantore van consignatie werden gedeponeerd. Ook dit proces getuigt van de willekeurige wijs waarop Com missarissen van de Leenbank nu en dan te werk gingen daarin bijgestaan door regeerende en oud-burgemeesters. Er blijkt namelijk uit, dat zij ten overstaan van laatstbedoelden den 29 Juni 1662, alhoewel daartoe geenszins gequalifi- h ceerd f een accoord met de Compagnie hadden aangegaan, volgens hetwelk niet alleen de intrest op 3i- pCt. werd ver minderd; maar tevens werd toegestaan dat aan de Leenbank geen intrest zou worden uitgekeerd dan tegelijk met alle andere depositarissen van de Compagnieen dat alléén de decharges" en de pakhuizen, krachtens den verbandbrief van 1644 verbonden zonden blijven, terwijl de schepen en de re- touren uit het verband werden ontslagen. Daarom eischte men nu de hoofdschuld op en vorderde dat daarvoor alle de goederen in den verbandbrief vermeld zouden aansprakelijk zijn. Het proces is geschiktter gelegenheid van de opheffing van de oudeen de oprichting van de nieuwe West-Indische compagnie. De secrete notulen van 1672 zijn allerbelangrijkst voor de kennis van den politieken toestand van Middelburg in dien tijden van de moeielijkheden die de magistraat deswege ondervond. De burgerij was niet gemakkelijk te bevredigen; zij had het vooral op de misbruiken in het bestuur der Stad en in het begeven van ambten en officiën geladen. Wederom in de raadszitting van 1 October werd eene zeer uitvoerige remonstrantie van de kooplieden, burgers en gilden gelezen, waarin niet minder dan vijftig punten van bezwaar onder 's Raads aandacht gebracht en even zoo velen verzoeken tot redres gedaan werden. En daaronder dit (het 28e punt) be trekkelijk de Leenbank item de confraters van den heer

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 84