82 kenmeester van Z. H. den Prins van Oranje, als extraordina- ris gedeputeerden naar Middelburg waren afgevaardigdonder wier leiding den 25 Pebruari een provisionneel accoord tusschen de regering der stad en de gecommitteerden van de geïnteres seerden in de lank van leening werd aangegaan't welk in substantie het volgende inhoudt: de intrest van het kapitaal zou in de eerstvolgende zes jaren van op 3 pCt. worden gebracht, te voldoen uiterlijk binnen zes maanden na den ver valdag van de obligatiën die in 1674 zouden vervallenen van de obligatiën die gedurende de vijf volgende jaren ver schijnen zouden, binnen drie maanden na de vervaldagen, zonder dat de geïnteresseerden gehouden zouden zijn hunne obligatiën in handen te laten van den persoon die tot de be taling zou worden gecommitteerd. Opvordering van kapitaal zou gedurende die zes jaren geschorst wordenmaar men zou de obligatiën welke vóór 1 Januari 1674 vervallen waren zoodra mogelijk aflossenuit de gereede penningen welke uit de te gelde te maken effecten van de bank zouden verkregen worden. Deze effecten (inschulden) zouden zonder uitstel 't zij in der minne, 't zij langs den weg van rechten wor den ingevorderd; blijvende de geïnteresseerden na die zes jaren in hun geheel om alsdan zoowel het kapitaal van hunne obli gatiën, als de intrest van 3| pCt. te vorderen, met hetzelfde recht als zij te voren hadden. De geïnteresseerden reserveer den zich uitdrukkelijk hun recht en actie op de personen goederen en erfgenamen van hen, die omtrent het uitzetten of emploi van penningen uit de bank van leening getrokken bevonden mochten worden kwade administratie of directie te hebben gebruikt a); terwijl "tot meerder securiteit en vriend- Dat dit het geval was geweestblijkt zoowel uit de Afgeperste ver antwoording van Corn. Verslums, als uit het aangehaald pamflet „Wat oud en icat nieuwswelks schrijver t. a. p. zegt: 't is immers nog versch in gcheugenis dat die de brodde in de b. v. 1. te Middelburg hadden helpen „maken, in haar privé en sommige in hare erfgenamen zijn betrokken ge- „weest en, ten ware het getroffen accoord, zij hadden alle geruïneerd geweest."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 86