NERTOM ARIUS.
De eigennamen die men op de in Zeeland ontdekte votief-
steenen aantreft hebben soms een geheel Romeinsch voor
komen bijv. L. Festius Primus soms ook bestaan ze
deels uit Romeinsche, deels uit inheemsche bestanddeelen
min of meer verlatijnschtbijv. Januarinius Ambacthius 2)
L. Justius Satto 3). Weer een andermaal staat naast zui
ver Latijnsche namen een andere welke afgeleid schijnt noch
uit het Latijn, noch uit eenige Germaansche taal, bijv. C.
Exomnianius Yerus, waar het tweede eene afleiding kan
wezen uit het Keltische exomnus 4)ofschoon dit geenszins
boven allen twijfel verheven is.
Het behoeft geen betoog dat zelfs namen der eerste soort
ons in onzekerheid laten omtrent den landaard van hen die
zulke namen droegen of aannamen. Want menigeen uit deze
gewesten of uit eenige provincie van 't Romeinsche Rijk
prijkte met eenen Romeinschen naam, hetzij hij in krijgs
dienst geweest was of anderszins in nauwe betrekking tot de
toenmalige meesters der wereld'" stond. Het is mogelijk
dat bovenvermelde L. Eestius Primus een Romein was
doch evenzeer mogelijk is het dat hij een landzaat was, of
ook wel een Brit, een Iberiër AfrikaanGalliërenz. Vin
den we daarentegen onder de oprichters der gedenksteenen
Zie J. ab Utrecht Deesselhhis, de Godsdienstleer der aloude Zee
landers, bl. 86.
-) T. a. pl. bl. 83; Vgl. Taal- en Letterbode, 2de jaarg. bl. 100, vgg.
d) T. a. pl. bl. 77.
4) Zie Zeuss Grammatica Celtica2de uitg., door I)r Ebel bl. 40.