107
Volgens dat kaartje bestond toen ook nog niet de weg
die thans van de grachtweg tusschen de rondeweel en het
kaaskenswater loopt en nu toegang verleent tot den kadeweg.
Ik meen te mogen aannemendat door het doorsteken van
den dijk op 1 October 1575 binnendijks eerst slechts een
wiel of weel zal ontstaan zijndie aanvankelijk geen grooteu
omvang had, doch dat door den spoedig daarop in den kerst
nacht gevolgden hoogen vloed het zeewater met zóóveel geweld
is ingestroomd, dat het binnendijks uitgeschuurd terrein zóó
grooten omvang kreeg, dat men aan het daardoor ontstaand
binnenwater oorspronkelijk den naam vaD kerstnachtswater heeft
gegeven (later door verbastering kaas/eens- en volgens de kaart
van Hattinga caeskenswater geworden).
De weg, die nn tusschen de rondeweel en kaaskenswater
loopt, en die vóór het doorsteken aan het dijkwater ook
niet bestond, zal aanvankelijk dijk of kade geweest zijn, om
het inundatiewater binnen zekere grenzen te beperken, die of
in dien kerstnacht of later ook doorgebroken is Zonder dit
aan te nemen is het niet te verklaren, waaraan zoover binnen
de zeedijk de diepe rondeweel (die er in 1550 nog niet was)
haar ontstaan te danken heeft.
Neemt men dat evenwel aandan is het goed te verklaren
dat het kaaskenswaternu de opening in den dijk van het dijk
water eerst 2^ jaar later (1578) kon worden gedigt, door
het voortdurend in- en uitstroomeu van het zeewater en het
doorbreken van den dijk, waardoor de rondeweel ontstond, dien
langwerpigen vorm verkreeg, geheel afwijkende van den gewo
nen vorm van wielendie bij dijkbreuken ontstaan.
Door de doorbraak aan den binnendijk, zal er, behalve de
ronde weeleene uitschuring van grond tusschen de opening in
den dijk van het dijkwater naar genoemde doorbraak zijn ont
staan die door den langen duur der onbelemmerenden in- en
uitstrooming van het zeewater (1575 1578) aan beide die wa
ters zóó grooten omvang en zóó belangrijke diepte hebben ge
geven die zij nu (3 eeuwen daarna) nog hebben.