92
Westpolder en in het daarvoor gelegen poldertje, "t welk
zij na den vloed van 1404 bedijkt had.
aChron. de Ter Doestp. 79.
55./
1425, 31 Julij. Philips de Goede beveelt den heer van
Moeekerke e. a. zich, met de twee schepenen van Gent,
Jan de Boem, van de Abdij van Duinen, Jan van
Lamswaard en anderen zich op het stuk van dijkage
verstaandete begeven naar het dorp Kieldrecht en maat
regelen te nemen tot herstel der dijken door den storm
van 18 November te voren doorgebroken, en de kosten
ouder de belanghebbenden naar ieders vermogen om te slaan.
Gachard lnv. des arch, des chamhres des comptes tome IV
p. 359.
56./
1427, 16 Dec. Dezelfde beveelt den heer van Moeekerke e. a.
zich ter plaatse te begeven om de dijken van Safünge
en Kieldrecht te doen herstellen.
Gachard t. a, p. pag. 360.
57/
1429, 8 Maart. Dezelfde beveelt de in het vorig charter ge
noemde heeren te Gent zamen te komen en oumiddelijk
de bevelen, bij de brieven van 16 Dec. 1427 gegeven,
ten uitvoer te leggen.
Gachard t. a, p.
58./
1432, 21 Jan. Dezelfde verleent octrooi voor de bedijking
van den polder van Koudelcerke nabij Sluis, f-
(d) Derde placaatboeJc van Vlaanderen, p. 434
59./
1437. Rekening van Philips "Witbroot en van Jacob de
Latere wegens den verkoop van zekere gem. moeren
aan Philips de Goede, om te worden gebezigd tot herstel