(X)RNELIS CORNELISZ., WILLEM BARENDS EN HUNNE T0CÏÏT6EN00TEN NAAR AUTHENTIEKE STUKKEN, door J. BROEKEMA. Op den 2cle" Juli van het jaar 1595, des morgens om zeven uur, zeilde eene kleine vloot van zeven schepen uit het Marsdiep bij Texel en zette koers naar het Noorden. Op kosten der Algemeene Staten waren ze door de Staten van Holland en die van Zeeiand uitgerust s) en wel twee te Enkhuizen, twee te Amsterdam, twee te Vere en een te Rotterdam. Tot chef der expeditie was aangesteld Co ene lis Coenelisz. Jongenai van Enkhuizen 3)die door zijne reis in het voorgaande jaar en door vroegere handelstochten naar de Witte Zee reeds met de vaart in de IJszee was vertrouwd. Onder zijn bevel stonden als kapiteins, schippers of stuurlieden der andere schepen en jachten: de welbekende Willem Barends, Brast Ysbrants, Lambrecht Garryson Oom, Harmen Jansz., J. Hartman en Thomas Wilt.emsz terwijl Eranqois de la Dalle en Jan Hughen (later veelal genoemd van Linschoten) den tocht Voorgelezen in eene den 4den Juni 1878 gehouden vergadering van het departement Middelburg van het aardrijkskundig genootschap. Tot grondslag van het opstel is genomen een in het provinciaal archief van Zeelaud aanwezig journaal, getiteld: Sommier raport ende journael, gehouden bij mij Francoys de la Dalle, enz. 2) Zie aanteekening A. 3) Zie aanteekening B. Archief IVe. dl. le. st. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 155