147 is aengecomen ende aldaer gelost van de waeren die sy gelaeden hadde PEn nog in 't vorige jaarhadden toen niet eenige Russische bootsgezellen aan Cornelis Cornelisz. en Francois de la Dalle met zoovele woorden gezegd, dat //wanneer men daer door waere (d. i. door straat Nassau)dat men alsdan vinden soude de groote Werme Zuijder Zee, lancx dewelcke men soude moghen seylen waer men wilde?" 1). Men meende dus redenen te hebben tot groote verwachtin gen; jammer, dat ze zoo bitter moesten worden teleurgesteld. De gunstige Z. Z. O. wind, waarmee onze reizigers den 2 Juli in zee waren gestoken, liep spoedig om naar het noorden en voortdurend hadden ze te kampen met ongunstig weer en tegenwinden, zoodat het 5 Augustus werd, voor ze de Noord kaap bereikten. Yan hier namen ze hun1 koers oostelijk, doch de wind werd niet gunstiger. Eerst den 7 Augustus was men de Noordkaap voorbij en kaap Noordkyn die men reeds den 9 Augustus in 't oog had gekregenverdween eerst den volgenden dag uit het gezicht. Nadat men Caudenos (kaap Kanin) was gepasseerd, begon de wind uit bet N. N W. te blazen. Nu ging het sneller voorwaarts. Den 17 Augustus, in de nabijheid van den mond der Petschora, op een1 afstand van 20 mijlen van het landstiet men tegen aller verwachting op drijfijsevenwel was dit niet zoo dichtdat de vaart er veel door werd belemmerd. Op den avond van dienzelfden dag kwam men dan ook aan op de hoogte van het eiland Oranje, tien mijlen van straat Nassau Twee dagen daarna bevond de vloot zich des morgens aan den ingang van straat Nassau doch deze was zoo vol drijfijs, dat het onmogelijk was, ze te passeeren, waarom men bij den Afgodshoek 2) aan de zuid zijde van het eiland Waigatsj het anker liet vallen. Deze Afgodshoek was een //inwijck,11 ook in 1594 door de Hollanders Advies van 13. de Mouchkkon, ingediend bij de Staten van Zeeland den 8 April 1595. 2) Afgodshoek of Beeldboek, zie bijgevoegd kaartje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 157