150
den ïwisthoekvan waar men een vrij uitzicht had over de
Tartarischezee. Evenals de straat was ook deze rondom
met ijs bedekt. Nog dienzelfden dag werden 30 man naar
't eiland A\' aigatsj gezonden, om zoo mogelijk van de inlanders
berichten in te winnen. Ook deze keerden onverrichter zake
terugze hadden slechts eenige sleden gevondenbeladen met
kleederen van rendier'nuideu en ander pelswerk die ze hadden
laten liggen om de inlanders niet te verjagen of te verstoren.
Juist stonden ze den 248ten Augustus weer gereed om de straat
nader op te nemen toen ze een Russisch schip in 't gezicht
kregendatzooals ze spoedig van 't scheepsvolk vernamen
van Pinego aldaar kwam //totten vanck vande zeepeerden."
Op hunne vragen vernamen ze verder, dat Waigatsj een eiland
was van omtrent een dag zeilens in de lengte dat de straat
aan de andere zijde enger was; dat zij in de //Tartarische"
zee niet bekend warenmaar dat er binnen een dag of drie
tien Russische schepen door hen sclmmen genoemdzouden
aankomen die jaarlijks reizen deden naar de Rivier van Jolixe"
(waarschijnlijk de Jenissei), welke aan gene zijde van de Obia
(de Ob) stroomdedat deze gewoon waren daar te overwin
teren ten einde hunne waren te verkoopen en dat men in de
Tartarischezee alleen kon varen van haven tot haven en
van rivier tot rivierom telkens naar gelang van den ijsgang
de reis te kunnen voortzetten.
Op het berichtdat er eene opening in het ijs was geko
men lichtte men den 25 Augustus het ankerdoch na nauw-
lijks twee mijlen de straat te zijn ingezeildontmoette men
weer zooveel ijs, dat men verplicht was op de hoogte van den
Twisthoek reede te kiezen. Intusschen dreef het ijs, door den
wind voortgestuwduit de Tartarische" zee al meer en meer
straat Nassau in en kwam derwijze opzetten dat ze genood
zaakt waren van den Twisthoek naar den Kruishoncken
van den Kruishoek naar den Afgodshoek waar ze reeds den
Zie aanteekening T).