156 westen ofte noordwestenwint terstont gelyckelycken t.seyl te gaen ende ten naesten bij noch een tocht te doen noortwaert op om tondersouckeu de gelegentheyt ende gestaltenis vant ijs offer eenyge passagie ofte doortocht te vinden is om haere gedesty- neerde reysse met godts hulpe tachtervolgen ende soo derop desen voucli geen middelen gevonden wort weder allegelyck om de bovengeseyde oorsaecke haar wterste debvoir te doen te samen in compe na de straet van Nassau toe ende alsoo de cours na huys dewyle dat de tijt ende gelegentheyt der saecken anders niet metbrengt tot salveringe ende behoudenisse vande voorsz schepen jachten goederen ende volc na behooren." Item sooder anders geen hope ofte affsettynge vant ijs en compt gelyc te beduchten ende de apparentie als noch vertoo- nende is dan met eenen suyelicken wint soo hebbense voort voorderlickste ende sekerste gevonden om hen niet te begeven beneden de wint aent ijs ende tweederkeeren twyfelyc en de schepen in peryckel te stellen terstont met alle mogelycheyt de cours te doen na de straet van Nassauwen ende alsdan met de jachten soo de tijt plaets geeft de gelegentheyt vant ijs te ondersouckeu ende na gelegentheijt vande selve haer cours te stellen als boven. Item soot gebeurde dat godt behoede dat de besluytinge vant ijs noch 7 off 8 dagen duerde welc is tot halff September van dese jegenwoordige maent sonder door verhinderinge vant selffde wtcompste te connen crijgen om van hier onder teylant tseyl te mogen comen soo hebbense gelycke lycken gestemt omt verloop vanden tyt ende de boven gemen- tioneerde oorsaecken sonder meer ommesien ofte verder onder souckeu met alle vlijticheyt en eerste comoditeyt die godt verleenen sal wederom de cours na tvaderlant te stellen dewyle de noot sulcxs vereyscht tot behoudenisse ende salvatie vande voorsz. schepen.'' //Item comende de winden van wt den noorden gelyck se jegenwoordich is ofte vanden oostercant met welcke winden tijs hem hier aen de wal perst ende de straet weder iujaecht soo en hebbense anders geen hope van wtcompste dan alleenlic

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 166