158
ophanden was gevaarlijk had kunnen worden. Daar nu te
vens de wind gunstig wasom naar het vaderland terug te
keerenwerd weder scheepsraad belegd en daarin eenstemmig a)
besloten den terugtocht te aanvaarden. Zie hier het verbaal
van den tweeden scheepsraad
//Op huyden den 15eu September vyfthyenhondert vyfentnegen-
tich in de contreye ende op de reede van by de Cruyshouck
in de straet van Nassauwe alwaer de scheepen jeghenwoirdich
altesamen by den anderen syn gheanckertt liggende syn ter
begeerte ende bevel van den Admirael Coenelis Cornelisz. ver-
gadertt ende byeenversaempt in des voorsz. admiraels schip inde
coyuit de cappiteynen ofte opperstuerluyden van alle de voorsz.
scheepen om ghelickelicken ende elck intt besonder syn goet
duncken ende uytterste meyninge sonder eenege desimulatie vry-
moedelick te verclaren ende alsoo te samen te beraetslaen hett
ghene datt best is ende tvordelickste voorgewentt ende ghedaen
moett weesz. beroerende de begonne reyse van by noorden om
naer Sina ende Japan etc."
Soo is datt sij wel ryppelicken ende mett allen ernst tselfder
ooverdachtt ende inghesyen hebben als oock om de instrucxie
van syn Exie en de heeren staeten optt naeste naetecommen
soo veel als doenlick ende moeghelick istott vorderinghe van
de voorsz. scheepen volck ende goederen bevinden alle ghelick
tott noch toe mit aller vlittichevt ende nersticheytt haer uyt
terste devoir ende beste ghedaen te hebben nyett ontsyende de
scheepen ende baerluyder persoonen soo veel de noott verey-
schende was te liasardeeren ende somwijle in perickel te stellen
om in alles haer eere te betrachten en tselfer voor godt ende
i) J. Spörer merkt in zijn Novaja Semlja (Erganzungsheft zu Petermann's
Mittheilungen n°. 21) op, dat Willem Barends alleen zich tegen het besluit
van den scheepsraad verzette en zelfs weigerde, de acte te onderteekenen. In
het rapport van de la Dalle is hiervan echter niets te vinden en onder de
acte staat Barends' handteekening.