164 voorgenomen tocht van gedachten te wisselen met de Gedepu teerden van Holland. Evenweldaar de Zeeuwsche afgevaar digden niet van bepaalde instructiën waren voorzienwilden de onderhandelingen niet recht vlotten. Ingevolge een besluit van de Staten van Zeeland van den 29sten April vertrok daarop het lid der Staten Simon Jaspersz. Parduyn, Oud-burgemee.stervan Middelburg, met volkomen volmachten voorzien naar den Haagom met de Zeeuwsche Gedeputeerdende Pensionarissen Jan tan de Warcke en Fredebice: Hermanssen bijgestaan door Sieur Balthasar de Moucheron definitief met de Gedeputeerden van Holland en Prins Maurits de punten vast te stellen die voor de nieuwe Noordsche vaart gevolgd dienden te worden. Spoedig waren de Gedeputeerden van Holland en Zeeland met hunne voorstellen gereed. Den 9™ Mei werden deze na door den Prins te zijn goedgekeurd bij de Staten-Generaal in gediend die besloten den tocht op de voorgeslagen wijze te doen plaats hebben en de kosten te dekken uit de inkomsten van de gemeene middelen der convooien en licenten. De voornaamste der zoogenaamde Beraemde Poincten zijn de volgende De uit te rusten schepen zullen groot moeten zijn ongeveer honderdde jachten ongeveer vijftien last. De bemanning van elk schip en jacht zal bestaan uit vijftig man, die voor zestien a achttien maanden voorzien zullen zijn van levensmiddelen en andere benoodigdheden. De schepen zullen door straat Nassau, om kaap Tabin zei len naar de stad Quinsay en van daar zuidwaarts naar Japan, enz. en tijdig de terugreis weer aanvaarden, zoodat ze in Juli, Augustus of September 1596 weder straat Nassau kunnen pas- seeren. Alsdan zullen twee der jachten hun'koers noordwaarts nemen en beproevenof ook achterom Nova Zembla de vaart naar China mogelijk zij. Ten einde beter te worden ontvangen in de te bezoeken lan den werd het dienstig geachteenige handelswaren mee te nemen Den kooplieden die hunne waren aan den onzekeren kans wilden wagen zou vrijdom gegeven worden van toluit gaande en inkomende rechten en scheepsvracht. De superintendentie over de navigatie zal komen aan Coit-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 174