180 sprong des tempels of der steen en juist te bepalen maar het schijnt evenweldat er eenig licht te halen zij uit de beelte nissen en opschriftenalthans verscheidene dezer geven iets aan de handhetgeen tot den koophandel en de zeevaart be hoort en wel bepaaldelijk tot een' handel op Brittanniën. Men vindt er iets afgebeeld 't geen naar den voorsteven van een schip gelijktook afbeeldsels van een scheepsroer verscheidene steenen tot betaling van gedane geloften waaronder één die opgerigt iswegens liet behoud der koopwaren door een han delaar op Brittanniën en al deze beeltenissen en opschriften zijn in den Romeinschen smaak. Dit alles te zamen genomendunkt mij aan te duiden dat toen ten tijde de Romeinen uit Brittanniën op Domburg en wederom terug gevaren hebben; maar deze haven moet zeer laat door hen gebruikt geweest zijn. Julius Caesar is de eenige der Romeinsche keizers die van de Vlaamsche kusten uit den porlus Iccius naar Brittanniën is overgestoken zijne op volgers hebben de haven van Boulogne gebruikt, gelijk de geleerde Ykedius uit eene menigte berigten van oude schrij vers heeft bewezen en wanneer de Romeinenten tijde van Constantiusuit Brittanniën op den Rijn wilden varenmoesten zij den doortogt voor eene groote som gelds van de Saliërs Chamaven en andere aangrenzende natiën koopenmaar Ju lianus een schrander en wakker veldheer, bij ons onder den naam van //de afvallige," bekend, was de eerste die deze schande niet wilde verduren. Terwijl hij zich in Brittanniën be vond deed de noodzakelijkheid zich voor om de Romeinsche legerplaatsen aan den Rijn van levensmiddelen te moeten voorzien waarvan hij in Brittanniën wel overvloed had, maar de moeije- lijkheid was hoe men deze zou overvoeren. De haven van Boulogne oordeelde hij te ver afgelegen en den doortogt op den Rijn van de Barbaren te koopen, kon de Romeinsche eerzucht niet dulden. Hij besloot dus zich dien weg door geweld te banen en stevende met eene talrijke vloot uit Brittanniën regtstreeks op eene haven J) Mist. Com. Flandr p. 179 et seqq.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 192