184 11. Was het dus moeijelyk eene waarschijnlijke gissing te maken over den oorsprong van den tempel en de gedenksteenen te Dom burg, het zal niet ligter vallen iets te bepalen nopens den oorsprong van den dienst der Nehalennia zelve welke in eene ver afgelegen oudheid ligt bedolven. Twee plaatsen zijn er bij oude schrijverswelke vermoedelijk tot dezen dienst in- of omtrent onze eilanden betrekkelijk zijn n. 1. Stbabo verhaalt in het vierde boek zijner wereldbeschrij ving uit Posido'nius die omtrent twee eeuwen vóór onze tijd rekening leefde dat men in een eiland nabij Briltanniën bij?ia denzelfden dienst bewijst aan Ceres en Proserpina als in Sa- mothraciënen Tacitus, over de zeden der Germanenhap. 9, zegt: n dat een gedeelte der Sueven aan Isis offeren." Zij spre ken wel van geen Nehalennia maar van Ceres en Isis; doch het is zeer mogelijk dat de ouden onze Nehalennia voor Ceres en Isis hebben aangezien en daarin misleid zijn door dezelfde reden, welke zoo vele nieuwe en geleerde schrijvers bedro gen heeftnamelijk de overeenkomst in de eigenschappen afbeeldingen en eerbewijzingen dier godheden terwijl er evenwel niets natuurlijker isdan dat in deze dingen een overeenkomst gevonden wordt tusschen godheden welke uit ééne en dezelfde oorzaak van nuttigheid of voordeel afkomstig zijn, ofschoon welligt de eene natie de godheid van de andere nooit heeft hoo- ren noemen. 12. Het schijnt mij toedat zekere verborgen krachtals de voortbrengster aller dingenbij alle volken in de plaats van den Alinagtigen Schepper, onder verschillende benamingen, vereerd werd De Germanen noemden haar Hertha dat is de aarde deze gaf hun koren, vruchten, kruiden, houtgewassenen alles wat in hunne eenvoudige levenswijze voor het bestaan van men schel) en vee noodig was. Zij was derhalve de moeder van den overvloed en de welvaart, zoowel in Duitschland als in Egvpte,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 196