87' hebben eenige gronden van de straat gen. Mariendam enz. om daarin een watergang te graven. St. Génois n°. 1671. 30. 1337, 17 Jan. Lodewijk, Graaf van Vlaanderen bevestigt het octrooi van 4 Juni 1279, door Graaf Guy aan Aarden burg verleend. (Zie n°. 16 hierb.) Arch, van Aardenburg. Zie Kluit Cod. diplom, p. 822 in de noot. 31 1353, Makia van Aetois en haar zoon Willem bedijken een polder Uytter riviere off havene van Accellevan Spuie tot in zee strechende. J. Veeheije van Cittees, in: Arch, van het Zeeuicsch Gen. der Wetensch. 2° d., bl. 111. 32X 1354, (omstreeks). Antwoord van de Gravin van Namen aan Jan, erfgenaam van Gent, en aan de Heeren van Axel, aangaande den polder Triniteit en de daaraan grenzende polders. Daaruit leert men dat de parocliieën van Zaamslag, Othene en Adendijk vroeger een eiland vormdenwaarop de polders Geuderdijk, West-Zaamslag, Oud-Othene, Nieuw- Othene en Diepenhee gevonden werderi). Van Lokeeen n°. 1205. 33. 1375, 23 Mei. Graaf Lodewijk van Male keurt de over eenkomst goed tusschen de eigenaren getroffen omtrent het onderhoud van den dijk van MerdonJc en zijne sluizen. Aldaar n°. 1295. 34.^ 1376, 5 Eebr. De Schepenen van iiet Vkije gelasten bij vonnis den dijk van de watering Sproofstpolre (Proostp.) binnen zekeren tijd te verhoogen en te verzwaren, en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 95