88 regelen daarbij den onderhoudsplicht en de bijdragen van de 's Graven- en de Gerard de Moors kleine polders. Aldaar n°. 1297. 85.' 1387, 12 Julij. Keure en meentucht van de dijcage van de watering van de Oude-Yevene in Oostburger-ambacht. (a) Janssen en van Dale Bijdragen tot de oudlieidk. en gesch. van Z. Vlaanderen "VI, p. 364 v. 36.^ 1 Aug. Graaf Philips geeft octrooi tot herdijking van de watering van de Oude Yevene. (a) Van Lokeben n°. 1341. 37. A 12 Aug. De Baljuw en Leenmannen van het ambacht Oostburg stellen de voorwaarden vast, waarop de in het vorig n°. vermeld octrooi aangewezen leggers de bedijking zullen doen. J) Aldaar n°. 1342. 38^ 1388, 8 April. Vonnis door Schepenen van het Vrije geslagen, op vordering van Gilt.es Doedine als wettelijke klager van de watering de Oude Yevenegelastende de ingelanden van het ambacht IJzendijkevan de watering Groedevan Baarzande en van andere polders, die van de Oude Yevene bij te staan in het maken van een zeedijk ter bescherming van die watering. aJanssen eu van Dale t. a, p. bl. 370. 39. 1389, 2 Dec. Accoord tusschen die van het Vrije en de stad Beide stukken (n°. 36 en 37) zijn uiterst belangrijk voor de kennis van het Vlaamsch dijkrecht in de 14e eeuw. Voor de beteekenis van het woord legger zie men de onder n°. 48 en 58 te vermelden octrooien van 15 Mei 1405 en van 21 Januarij 1432.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 96