93
het dijksbestuur van Scherpenisseingevolge besluit van inge
landen het gedeelte behoorende tot die wateringgelijkelijk
met de overige gronden in die dijkage aangeslagen, Maar ook
deze aanslag kwam niet uitsluitend ten bate van den polder
hij vloeide in de kas der watering en slechts nu en dan moest
daarvan een gering gedeelte worden afgezonderdten behoeve
van het stukje zeedijkbij dat ligchaam in onderhoud. Op
pervlakkig beschouwdwekt het bevreemdingwaarom de aan
liggende waterschappen tegelijk met de gemeente Scherpenisse
zich met het onderhoud van den Spuidam die den Houwer-
polder beschermdehebben belast. Neemt men evenwel de
vroegere toestanden waaronder de spuiboezem is tot stand ge
komen in aanmerkingdan wordt de aanleiding daartoe dui
delijk. Uit het voorgaande toch is geblekendat de belangen
der betrokken waterschappenzoowel als die der gemeente Scher
penisse door de verdere insluiting van het oude vaarwater alle in
meerdere of mindere mate werden bevorderd. De Houwer zelf
was, als spuiboezem, geen baatgevende polder, en kon mits
dien ook niet in zijn eigen onderhoud voorzien. Alleen dus
die ligchamenwier belangen door den gelegden dam en de
daarin aangebragte spuiwerken werden gebaatwaren voor het
onderhoud der werken aansprakelijkendat deze wijze van
handelen ook nog eenigen tijd bleef voortduren nadat de
polder reeds was drooggevallen laat zich alleen uit de gewoonte
verklaren.
Sinds 1872 wordt echter nu door de grondeigenaren van de
zen polder in het onderhoud van den ouden Spuidam of de
waterkeeringvoorzien de dijkgeschoten die daarvoor moeten
worden opgebragtzijn evenwel steeds geringdaar de water
keering slechts aan geringen golfslag ligt blootgestelden bo
vendien door hooge slijken wordt begrensd. Sinds genoemd
jaar heelt de 12,1980 hectaren groote polder ook een eigen
bestuur, bestaande uit een' dijkgraaf, die tevens ook de be
trekking van ontvanger-griffier bekleeedt. De bedijking behoort
ook tot het calamiteuse waterschap Scherpenisse, waardoor zij