99 was zulks nog het geval. Bij eene destijds genomen resolutie van ingelanden van al de polders werd zelfs besloten dat niet alleen het digten van den gebroken dijk maar ook de toen uit te voeren kruinsverhooging voor gemeenschappelijke reke ning van //het gansche land" zou plaatshebben; en, wanneer later andermaal de eene of andere polder door inbraken of over stroomingen buitengewone schade mogt komen te lijden zou den de kosten daarvan wederom door al de polders gelijkelijk worden gedragen, en in //de landsrekeningenin een afzon derlijk hoofdstuk onder den naam van ringdijken worden verantwoord. Bovengenoemd besluit kwam den polder Slabbecoorne op nieuw te stade, toen deze in 1825 tengevolge van zware dijk breuken andermaal onder water dook. Ook toen is hij voor rekening van het waterschap beverschtdoch na de sluiting der daarin gevallen gaten en na den afloop der ook daarop gevolgde dijksverhooging werd de eenmaal genomen resolutie in dién zin gewijzigddat het voortaan alleen aan het oordeel van het bestuur zou worden overgelaten of dergelijke rampen voor rekening der gezamelijke dijkages zouden worden hersteld 1). Na den stormvloed van 1825 is gelukkig niet een der polders meer door overstrooming getroffen ook is sinds aan geen hun ner zoo belangrijke schade toegebragt, dat een door het bestuur te nemen besluitwegens het uitvoeren van zeewerken voor rekening van het waterschap noodzakelijk was. Dit een en ander voor wat betreft het polderwezen. Wij willen echter dit overzigt ook nog aanvullen met eene opgaaf der vroegere en latere heeren van het land, ten einde met eenige zekerheid te kunnen nagaan door welke van hen de van tijd tot tijd tot stand gekomen bedijkingen mogen zijn uitgevoerd of begunstigd. De oudste mij voorgekomen heeren van deze gronden waren de //van Overboedene'suit wier geslacht, Geeont Jansz. Archief der polders van Sint- Maartensdijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 111