102
dit op Sint-Yalentijnsdag en voor vrouw Oede van Beugen
op Sint-Bartholomeusdag 1). Yoor de stichting dezer jaardiensten
was de kerk met landen begiftigd, en telkens bij het doen dier
godsdienstige plegtigheden waren kerkmeesters gehouden zes
achtendeelen tarwebrood" uit te deelen 2).
Ten aanzien van den deerlijk verminkten toestand van het
grafmerke men op dat moedwil en baldadigheid daaraan niet
vreemd zullen zijn geweest. Hoogstwaarschijnlijk heeft de erg
ste vernieling in de laatste dagen der voorgaande eeuw plaats
gegrepen toen ook de grafsteenen der dekens en kanunniken
van Sint-Maartensdijk zoo deerlijk zijn geschonden. Doch ook
later heeft de tombe veel geleden door het daarop nederwerpen
van allerlei voorwerpen waardoor zij vooral ten tijdetoen
het koor nog werd gebezigd tot bergplaats van dijkmaterialen
vaak onzigtbaar was. Èn uit hetgene vóór dezen daaraan is
gebeurd, èn uit de onverschilligheid, die nog heden ten dezen
opzigte bestaatspreekt eene zonderlinge dankbaarheid der na
komelingschapjegens de schenkers van eigendommen aan de
kerk en de bedijkers van een belangrijk deel dezer gemeente.
Maar laat mij terugkeeren tot de zaak waar ik gebleven ben.
Reeds in 1484 droeg Ei.eonora van Borssei.e de heerlijkheid
over aan Erederik van Egmond graaf van Buren. Tijdens
deze ambachtsheer was moeten de polders Muije en Slabbe-
coorne zijn aangewonnenzij schijnen evenwel niet door hem
zeiven maar wel door anderen te ziju bedijkt. Deze Eeederik
graaf van Buren is in 1501 als heer van Sint-Maartensdijk
opgevolgd door zijn' zoon Ei.oris van Egmond denzelfden
die in 1523 aan Eilips van Bourgondië vergunning verleende
tot bedijking van den polder Breedevliet. Of deze polder
evenwel nog tijdens zijn leven is tot stand gekomen dan wel
of hij eerst later is bedijkt, is onzeker, zooals uit het vervolg
dezer beschrijving zal blijken.
1) Kerkelijk archief van Sint-Maartensdijk.
2) lbid.