108 rampspoedigen vloed van I November 1570 Ja, ook door den daarmede vergezeld gaanden stormdie twee volle dagen duurde, is de polder zwaar beschadigd. Wel had men getracht doorbraak te voorkomendoor de grootste der ontstane openin gen met zeilen te bespannendoch te vergeefs 1). Het zoo zeer door den noordwesten wind opgestuwde water drong bij het volgende getij met geweld naar binnen, en berokkende ook aan het gezaai eene niet geringe schade De storm van 1625 ging hier schier onopgemerkt voorbij; ook de vloeden van 1682 en 1715, niet minder geweldig, bragten den polder slechts gering nadeel toedoch door het stormgetij van 15 Januarij 1808 is ter oorzake van onderschei dene doorbraken in den dijk van den Slabbecoornepolder, ook nog omtrent 450 gemeten lands overstroomd Digt bij den thans gesloopten molen en omstreeks het midden voor het daarnaar genoemde poldertjewaren door de sterke overvloeijing van het water, twee belangrijke gaten in den binnendijk ont staan voor welker sluiting en verdere verhooging ook nog betrekkelijk groot.e uitgaven zijn noodig geweest 2). Rampen als die van 1532 of 1570 hadden later hier alzoo niet meer plaats. Telkens na deze beide overstroomingen waren de zeedijken ook zeer verzwaarden eindelijk haddenna afloop van volgende stormen andermaal belangrijke verbeteringen der waterkeeringen plaatsgegrepen. Met deze opvolgende verhoogin gen is de dijk van lieverlede gekomen tot zijn tegenwoordig profil, dat bij voldoende zwaarte eene hoogte heeft van 5,77 meter boven A. P. of van 4,35 meter boven het hoogwater. Zijne lengte bedraagt 1535 meter, doch is uit hoofde der voorliggende schorren nog maar over 1247 meter met rijsbeslag verdedigd. Even weinig als nopens het dijkwezenkan ook betrekkelijk de uitwatering van dezen polder worden gezegd. Dit alleen weten wijdat hij sinds de bedijking van het Middelland heeft Polderrekeniug van 1570. 2) Resolutieboek op het jaar 1808.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 120