114 vóór dien tijd aanwezig was, en in den Noordpolder, die eerst eenigen tijd daarna is bedijktkan het niet te zoeken zijn weshalve het zeker in het Middelland, toen //het Nieuwland, gelegen was. Nog duidelijker wordt dit, wanneer wij nagaan, dat in deze bedijking ook nog een bevang, de Vlaminghoek genaamd wordt aangetroffen en daarbij vernemen dat deze ook juist eene oppervlakte van 110 Blooische gemeten beslaat1). Zekerlijk was deze hoek alzoo het deel, dat den Vlamingen bij de verkaveling des polders was te beurt gevallen en dat dus zijnen naam aan zijne eerste bezitters heeft ontleend. De Middellandpolder moet dan alzoo reeds in het begin der 14e eeuw of vóór 1303 aanwezig zijn geweest; want in dien tijd had ook een inval der Vlamingen plaats. Dat de polder reeds lang vóór 1359 moet hebben bestaan blijkt onder an dere ook daaruitdat reeds in de oudste domein-rekeningdie van 1317, van het Nieuwland wordt melding gemaakt; en merken wij nu vervolgens op, dat in 1310 Geront van Overbordene werd beleend met het ambacht van het Oudeland en dat deze polder, vóór een Nieuwland bestond, zeker niet met dien naam zal zijn bestempeld geweestdan is het ook hieruit duidelijk dat hij reeds vóór 1310 moet hebben bestaan. De schorren, waaruit de polder is gevormd, behoorden der grafelijkheid toe en zijn ter bedijking in cijns of erfpacht uit gegeven. Dit blijkt uit een ander charter van 1323 waarbij "Ei,woud van den Score twee jaar te voren tot dijkgraaf van de nieuwe dijkage aangesteldwerd gelast de nalatige ingelan den de achterstallige belasting te doen betalenof bij gebreke daarvan hunne eigendommen te verkoopen 2). Eerst in 1339 is, ingevolge eene vroeger aan de indijkers verstrekte schriftuur, misschien wel den brief van uitgifte de polder van het be talen van dien cijns voor altijd vrij gesteld doch sedert dien 1Kadastrale grootte zonder zijkantweg. s) F. van MierisGroot Charterboek, deel II, folio 331.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 126