129
is. Welligt heeft het later in deze beschrijving aangehaalde
charter van 1315, waarin van een' van der Muden sprake
isaanleiding gegevenom den ouderdom van deze dijkage
tot dien tijd te doen opklimmen doch het is evenwel vrij ze
ker, dat de polder eerst in de 15e eeuw is bedijkt, zooals uit
de schotbaar verklaring en uit hetgeen verder is bijgebragt, ten
duidelijkste blijkt.
Door de indijking van deze gronden werd de polder Oudeland
op het meest bedreigde gedeelte aan het geweld des waters
onttrokken zijnde daarom bij het beverschen der gorsen be
dongen dat de bestaande dijkage in het onderhoud der hoof
den en dammenwelke tot verdediging van den te vormen
polder immer mogten noodig zijn zou helpen voorzien 1).
De zeedijk waarmede het schor omzoomd werd, is nog over
3066 meter aanwezig; hij wordt door het Sint-Maartensdijksche
gat en door de Ooster-Schelde bespoeld; alleen het Schenkel
dijkje langs den voormaligen Houwer of Spuiboezem, lang 61
meteris geslecht.
De Muijepolder heeft door zijne niet zeer gunstige ligging
tegenover de westelijke en noordwestelijke windstrekenmeer
dan eene der overige dijkages van den aanstoot der zee te lijden
gehadvaak waren zelfs de zwaarste geschoten ontoereikendom
daarmede de gestadige grond verliezen aan te heelen en te voor
zien. Vermoedelijk is hij reeds in 1530 ingebroken, daar in
1532 eene herbedijking heeft plaats gehad. Denkelijk trof den
op nieuw gesloten polder in het najaar van 1552 wederom
zoodanig lotwant Boxhorn zegtdat alstoen op het eiland
Tholen de polder n Mimdengroot 188 gemeten, onder het
water is bedolven 2). Hier toch moet zekerlijk aan eene ver
keerde naamspelling worden gedachtwant het is niet gebleken
dat ergens eene bedijking n Mimdengenaamdheeft be
staan. Bovendien wordt de grootte daarvan juist opgegeven
Archief der polders van Sint-Maartensdijk.
-) Boxhorn deel I pag. 54.
Archief IV0 dl., 2<le st. u