130 zooais men die voor den herbedijkten Muijepolder vindt be paald; ook deze was, toen hij in 1539 weder is schotbaar gemaakt, juist 188 gemeten groot. Door den storm van 14< Februarij 1566 verkeerde de polder weder in benarden toestand terwijl de geringe waarde der lan den en de armoedige gesteldheid der ingelanden niet toelieten aan de zeeweringen datgene te doenwat deze zoo dringend vorderden. Om hiervan uit de geschiedenis van deze bedijking slechts één voorbeeld aan te halenwillen wij mededeelen dat de eigendommen van een' Bartel Vermuijen moesten worden verkochtter voldoening van f 8 dijkgeschotmaar bij den verkoop bragten de in beslag genomen landen slechts f 6,60 op. Het te betalen geschot, dat uitsluitend tot herstel van ontstane schade was omgeslagen, overtrof alzoo nog mer kelijk de waarde van het land Welke de uitwerkselen waren van den Allerheiligenvloed van 1570 aan dezen polder is niet gebleken. Dan, de liggingen vooral de gesteldheid der zeeweringen in die dagen in aanmer king nemende kunnen wij het er gerust voor houdendat hij daardoor ook grootelijks zal zijn beschadigd. Door gemis aan bescheiden kunnen wij omtrent deze zaak, even als omtrent den volgenden toestand des polders in de eerste helft der 17e eeuw, evenwel niets met zekerheid bepalen. Maar al vernemen wij een' tijd lang niets betrekkelijk de gesteldheid des polders zoowel uit hetgene is voorafgegaanals uit hetgene later is gevolgd is genoegzaam op te maken dat het instandhouden zijner waterkeering ook tusschentijds groote uitgaven zal hebben gevorderd. Uit latere berigten is gebleken dat de waterkeering in 1669 dermate was verloopen dat deze niet meer, dan met op offering van zeer groote kosten in goeden staat kon worden hersteld. Ingelanden wenschten evenweldat eene geheele ver betering des dijks zou plaats hebben; zij wilden in twee jaar Archief van tie gemeente Sint-Maartensdijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 142