10
Nadat de gronden met dijken waren omzoomdzijn ze nog
geruimen tijd van alle zijden door de wateren bcspoeld. De
nu afgedamde geulen, door welke zij eertijds onderling en van
andore bedijkte streken waren gescheiden zullen evenwel dc
langs hare oevers opgeworpen eenvoudige dijken nooit ernstig
hebben bedreigd. Zoo lang dc Schelde kalm en vreedzaam
daarhenen stroomde, had de zeewering ook aan die zijde schier
nog niets van den aanval der wateren te lijden gehaddoch
geheel anders was het, toen in 1530, een der rampzaligste
jaren voor dit gewest, de aan de overzijde der rivier gelegen
watering van Beoosten-Ycrseke ouder de golven werd bedolven,
en een waterplas, aan eeuo zee gelijk, deze gansche ruimte had
vervuld. Sedert deze gewigtige gebeurtenis heeft de langs de
kust strijkende stroom deze gronden ten zeerste aangetast en
waren zij daarna niet meer dan met. inspanning van krachten
en met opoffering van ontzaggelijk groote kostente behouden.
Evenals dc verbreeding der Ooster-Schelde, werkte ook do
afdamming van den Pluimpotdie in 1556 plaats greep, en
waardoor het land van Sint-Maartensdijk met dat van Poortvliet,
werd verbonden op den oever van Scherpenisse geenszins gun
stig. Had vóór dien tijd bij de monding van dit vaarwater nog
eene belangrijke stroomsplitsing plaats, later veranderde dit
hand over hand en in dezelfde mate nam de nadering van
't getij steeds toe.
Door den vloed van 5 November 1530 waardoor aan de
overzijde, in Zuid-Bevelandzulk eene ontzettende verwoes
ting was nangerigt, is ook deze watering reeds overstroomd.
Men vindt deze gebeurtenis bij een onzer kroniekschrijvers
vermeld doch overigons komt daaromtrent in andere geschrif
ten niets voor Het blijkt ook nietwaar de dijkbreuk
ontstaan isdoch vermoedelijk werd zij in de nabijheid van
het dorp Scherpenisse aangetroffen dewijl in oude polderreke-
niugon steeds van eene weelbewesten het dorp gesproken
IIOXHOKN, dcnl 11, bil, 21)2.