140
Veel is de toestand van deze bedijking in den laatsten tijd
verbeterd. Gaf de gesteldheid van de waterkeering vroeger
Vaak reden tot bezorgdheidthans bestaat daaromtrent geen
gevaar. De meerdere kennis en ervaring, in zake het dijkwe
zen hebben natuurlijk veel tot dien verbeterden toestand bij
gedragen doch dit zijn niet de eenige oorzakenwaardoor de
staat van zaken van dezen en zoo menigen anderen polder zoo
zeer is veranderd: zoowel de ruime bijdragen van wege de pro
vincie als de meerdere welvaart van den laatsten tijd hebben
daartoe grootelijks medegewerkt. Eene te geringe schotbare
oppervlakte des polders in vergelijk met de lengte der water
keering die hem omslooteene te geringe opbrengst van den
grond in vergelijk met, de uitgaven die aan het onderhoud
van den zeedijk moesten worden te koste gelegden eindelijk
eene te geringe belangstelling bij de achtergelegen polders
voor welke aan het behoud der voorliggende gronden toch zoo
veel gelegen wasziedaar de hoofdoorzaken van de vroegere
rampen dezer dijkage. Thans is de zeewering over de gansche
lengte in stede van met ondoelmatige werken zooals weleer
met eene meer duurzame voorziening verdedigdzelfs langs het
schor is het voorbeloop van den laatstelijk voltooiden buiten
berm met steenwerken bekleed.
De gemiddelde hoogte van den zeedijk bedraagt thans voor
het gedeelte langs het Sint-Maartensdijksche gat, 4,90 meter
en voor het gedeelte langs de Ooster-Schelde 5,45 meter boven
A. P. of achtereenvolgens 3,15 en 3,70 meter boven het aan
genomen hoogwaterof de 0 der peilschaal aan de waterkee-
rende sluis. Vroeger, toen niet altijd kon worden opgebragt,
wat noodig was, zullen deze afmetingen natuurlijk merkelijk
minder zijn geweesten vandaar ook herhaaldelijk overstroo
ming en schade.
De zee- en waterwerken worden uitgevoerd naar het peil van
hoogwater, dat voor dezen polder op 1,75 meter boven A. P.
wordt gesteld. De peilschaalaan het buitenfront der sluis
bevestigd teekent tot 2 meter boven H. W.