147
den beschut, is maar 369 meter lang; hij wordt geheel door
het water uit het Siut-Maartensdijksche gat bespoeld en heeft
ongetwijfeld nooit veel van stroom of golfslag te lijden gehad.
Bij de oudervloeijingen van den polder Slabbecoorne in 1808
en 1825 werd evenwel ook deze dijkage telkens onder het wa
ter bedolvendoordien de ten deele geslechte binnendijk van
den aanliggenden polder te laag wasom het eenmaal binnen
gedrongen water te keeren. Vroeger toen deze gronden ook aan
den oostelijken kant nog door eenen hoogeren dijk lagen inge
sloten bleven zij van de rampen die de aansluitende polders
trollen bevrijd.
Na de laatste overstrooming in 1825 is de waterkeering
ook verhoogd tot 4,75 meter boven A. P. of tot 3,33 meter
boven de 0 der peilschaal aan de sluis van den polder Oude
land De dijk is met weinig en hoogst eenvoudige kunstwer
ken verdedigduithoofde overal hooge slijken en schorren aan
wezig zijn.
Eertijds had deze kleine bedijkingdie slechts 2 hectaren
groot is, haar eigen beheer,.doch sedert 1808 maakt zij deel
uit van het waterschap, aan welks bestuur nu ook hare belan
gen zijn opgedragen. Tot voorziening in het onderhoud wordt
jaarlijks een niet hooger dijkgesehot dan van f 12 per hec
tare omgeslagen hetgeen verder ontbreekt, wordt door het
waterschap bijgedragen J).
Nieuw-KavCllSOOrd. Reeds vóór de indijking van den pol
der Oudeland van Siut-Annalandwaren de tusschen den zee
dijk van het Uiterste-Nieuwland en de Winkelee gelegen schor
ren onder den naam van Nieu w-Raven soord bekend. Zij wer
den gerekend te behooren tot de ambachtsheerlijkheid van Sint-
Maartensdijk en na hunne indijking, die in 1475 plaatshad,
merkte men ze ook aan als een deel van het waterschap.
De hier bedoelde gronden vormen geene op zich zeiven staande
Resolutie van ingelanden van het waterschap van 25 September 1808.