152
wijnen vergunning werd verleend om in het beverschte land
ook een' dijkgraaf en gezworenen te stellen Voor de andere
polders zullen toen ook wel besturen hebben bestaanen er
bestaat alzoo eenige grond te vermoeden dat elke bedijking
eertijds ook zijn eigen beheer heeft gehad.
Het eiland dat in 1206 aan den graaf van Loon werd toe
gekendhad zijne bijzondere heerenwant in 1214 wordt
een Bette, in 1274 een Balduinis, in 1291 een Bankaart
en in 1292 een Johannis van Stavenisse vermeld s). Later
treffen wij den hiervoren reeds genoemden Bruijnstein van
Herwijnen als heer van Stavenisse aandoch daar de goederen
van dezen in 1396 werden verbeurd verklaard, ging de heer
lijkheid over op Jan van Heenvliet. Onder de nazaten van
dezen merken wij nog op Willem van Heenvliet die in
1419 als medeuitgever der schorren van Oud-Kempenshofstede
wordt genoemden Machiel van Heenvliet die Stavenisse
in 1455 van keuren of wetten voorzag s).
Oud-Kempenshofstedepolder. De gorsen, waaruit de
polder Oud-Kempenshofstede is gevormdlagen aan de over
zijde der Kamer en werden rondom door min of meer belang
rijke stroomen ingesloten. Zij zijn door Albreciit van Ar-
nemuiden Willem van Heenvliet en Lieven Waddenszoon,
in 1419 en dus lang vóór het verloren gaan van het oude Sta
venisse op de volgende voorwaarden ter bedijking uitgegeven
het nieuwe land moest honderd spaden, dat is 700 gemeten,
groot zijn voor elke spade moest anderhalve nobel worden be
taald en het negende gemet van den in te dijken grond moest
vroon en het eigendom der uitgevers zijn. Ook moest acht
gemeteninsgelijks vroon afgezonderd worden voor godsdien
stige doeleindenen de tiendezoo van het gezaaials van
1) F. van Mieris, Groot Charterboekdeel iii, folio 580.
2) F. van Mieris, Groot Charterboek deel Ifolio 163, 376, 543 en 549.
3) Gemeentearchief van Stavenisse.