153 de lammeren en den derriemoest als eene voortdurende vergoeding voor de afgestane gorsen aan de uitgevers worden opgebragt. Het nieuwe land zon gedurende zeven jaar vrij zijn van alle beden of lasten en na het verstrijken van dien termijn zou de polder op denzelfden voet als liet Oudeland van Sta- venissedat is, ten hal ven schote, worden aangeslagen T). Op deze voorwaarden dan werden de niet voordeelig gelegen gronden ingepolderdmet een' dijk van ongeveer 6,500 me ter lang. Het binnendijks gebragte land, omtrent 700 gemeten groot, vormde nu ook een van die vele Zeeuwsche eilanden dieaan vankelijk klein later door opvolgende aandijkingen van liever lede in omvang toenamen en welke eindelijk door aanhechting aan oudere deelen bijdroegen om deze laatsten belangrijk in grootte te doen toenemen. Zoo was het ook hierhet aanvan kelijk rondom in zee bedijkte land, dat eerst uit den hier be doelden polder bestond werd spoedig met Moggershil vergroot en ten slotte werd ook Anna-Vosdijk nog daaraan toegevoegd. Eerst door de afdamming van den Breeden vliet hield het echter op een eiland te zijn en werd hetmet het vroeger uit zoo vele stukken bestaande land van Tholen vereenigd. De polder Oud-Kempenshofstede lagten opzigte van den aanval der zeegunstiger dan de gronden aan deze zijde der Kamermaar het bleef daarom ook in den eersten tijd van zijn bestaan, geenszins van rampen, door het water veroor zaakt verschoond. Na de overstrooming van Stavenisse viel de polder echter meer voor het geweld der zee bloot, want bij westelijke en noordwestelijke stormen lag zijneaan deze zijde gelegen zeeweringtegenover eenen schier onoverzienbaren zeeboezemdie door hevige stormen in beweging gebragt zijne golven regelregt daarop deed aanrollen. De gevolgen van dien veranderden toestand bleven ook niet uit, want reeds in 1530 of 1532 brak de polder in, en in het laatstgemelde l) Smallegangk Kro?iijk van Zeelandfolio 225.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 167