167 Daar de stroomaanval niet overal even sterk was werd de door het opwerken van den inlaagdijk gevormde uitslagge deeld in twee partijen door eenen scheidingsdijk haaks op den nieuw gelegden inlaagdijk aangebragt. De Middennoltusschen de dijkpalen 71 en 72, is nog een overblijfsel daarvan. Dat de inlaagdijk maar in tijds was opgeworpen bleek, toen op den 6 September 184-2 aan dezen polder weder een groote val ontstond, tusschen de peilraaijen XLV en XLVÏI waarbij de oude zeedijk geheel wegzonk en het oostelijke ge deelte der inlaag reeds overstroomde. Weinige jaren daarna of op den 6 December 184-8, werd ook de polder bewesten den scheidingsdijktusschen de peilraaijen XXXIII en XXXY door een' niet minder grooten val getroffen, juist op het punt, waar ook in 1836 de bedijking door eene dusdanige ramp was geteisterd. Door dezen val ging nu ook het westelijke gedeelte der inlaag verlorenzoodat de in 1823 gelegde nieuwe dijk nu over zijne gansche lengte door het water werd bespoeld. Ook het meer westelijke eind des polders begon van den stroom geweldig nadeel te lijdende laatste val van 184-8 op het eind van den Schenkeldijk had zelfs gevaar van door braak doen ontstaan en aanleiding gegeven tot het verlengen van den inlaagdijk tot aan den Oosthavendijk. Zwaar werd de polder voortdurend door den stroom aange tast en hierin kwam ook na het reeds geleden verliesgeene verandering. Op den 23 Augustus 1851 ontstond een val tus schen de peilraaijen XXXIV en XXXVIIwaardoor een stuk van een daar gelegen dam op den oever verloren gingop den 12 Augustus 1858 greep een zoodanig ongeval plaats vóór dijkpaal 64tengevolge waarvan een stuk der waterkeering met een gedeelte van het daarachter gelegen materialenplein in de diepte wegzonk en door welken val eene overhaling van den dijk over 150 meter lengte noodzakelijk was. Het meest aan gevallen punt lag te dien tijde evenwel bewesten den in 1823 opgeworpen Schenkeldijk of vóór het overgebleven stuk van den ouden noordelijken zeedijk waar de oever wel is waar vas-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 183