173 dijksbeloop nooit aan eenen zwaren golfslag lag blootgesteld. Groote uitgaven vordert het onderhoud der waterkeering dus ook nu nog niet want slechts tegenover de slijken is eene jaarlijksche bekramming van het voorbeloop met ongeveer 7000 vierkante meter matwerk noodzakelijk. Valt omtrent de geschiedenis van het dijkwezen van dezen polder niet veel op te merkenook nopens zijne uitwatering is dit het geval. Het blijktdat de polder zijn hemelwater steeds heeft geloosd op de dijkage van Stavenisse door eenen steenen duiker tegenover de voormalige Kamer eertijds werd daarvoor 2 stuivers per gemet, doch later eene vaste bijdrage van 26,766 aan den polder Stavenisse uitgekeerd 1). Het con tract waarbij de uitwatering is geregelddagteekent van 11 Junij 1761. Wat het beheer betreft, merke men op, dat ook deze pol der steeds zijn eigen bestuur had en altijd administratief van de andere in de gemeente gelegen bedijkingen was gescheiden. Het bestuur bestond steeds uit een' dijkgraaf en twee gezwo renen met een'' ontvanger-griffier. Van een' polder als dezekan ook de omvang of grootte geene belangrijke wijziging hebben ondergaanwant noch afsnij dingen noch ontgravingen hebben daarin plaats gegrepen. De schotbare grootte was oudtijds echter maar 267 gemeten 195 roeden en bedroeg alzoo merkelijk minder dan thans. Veel is later door het digten of vernaauwen van ingepolderde kreken aangewonnen want de tegenwoordige schotbare oppervlakte be draagt 122,7710 hectaren of 312 gemeten. De kadastrale grootte bedraagt zelfs 125,2332 hectarenwaarvan 3,1000 hec taren deel uitmaakt van de gemeente Sint-Maartensdijk. Ook deze polder behoort tot het calamiteuse waterschap Sta venisse hij wordt daardoor over eene lengte van 2237 meter begrensd en de bijdrage, die daarvoor moet worden opgebragt, x) Archief der polders van Stavenisse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 189