186 De gelegde waterkeering voor den polder Anna-Vosdijk neemt een' aanvang aan den dijk van Moggershilbij de Groote nol zij loopt vervolgens langs het Keeten en de Mosselkreek in noordoostelijke strekking buigt zich eindelijk in zuidoostelijke rigting om en loopt verder langs den regteroever van den voor- maligen Breeden vliet in nagenoeg zuidwestelijke rigting tot aan den hoek van Oud-Kempenshofstede De lengte van dezen dijk bedraagt 4860 meter. De dijk voor den polder Sint-Annalandlater Oudeland opgeworpen neemt een' aanvang aan den dijk van den polder Uiterste-Nieuwlandhij loopt verder langs de linkerzijde van den voormaligen Breeden vliet in noordoostelijke rigting voort buigt zich langs de Mosselkreek in zuidoostelijke strekking om tot aan den voormaligen Pluimpoten strekt van daar langs dezennu ingepolderden stroom tot aan den dijk van den polder Middelland in de gemeente Sint-Maartensdijk. Deze dijk is lang 9400 meter. Beide dijken waarmede deze polders zijn omsloten zijn nog aanwezigdie van den polder Anna-Vosdijk is in 1532 zelfs nog met een gedeelte dijk van Moggershil verlengd want zoo- als wij reeds hiervoren zagen, strekte dit poldertje zicli eertijds uit tot aan de Groote nol. Voor beide polders is alzoo eene lengte dijk van 14260 meter opgeworpen en hoewel de onder afmetingen daarvan nu wel merkelijk minder zullen zijn geweest dan die van onze tegenwoordige dijken, bleef de tot standbren - ging daarvan toch altijd een zeer omvangrijk werk. Al vroeg leden ook deze bedijkingen last van golven en stroomen en de lengte der te onderhouden waterkeeringen was zeer groot in betrekking tot het daarmede aangewonnen land. Dit kwam hoofdzakelijk doordien de Breede vliet bij de bedij king niet was afgesloten en de beide polders dus ook langs dezen stroom nog buitendijken hadden verkregen. Bij de inpol dering had men het sluiten van dezen stroom niet raadzaam geacht en was deze wijze van ontginning reeds schadelijk het openge bleven water berokkende later ook aan de dijkages nog menige ramp.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 206