188
der polders in dien tijd een zwaar onderhouden vaak ging
het daarvoor benoodigde geschot de krachten der grondeigena
ren te boven.
In 154)6 gaven ingelanden dan ook hunnen nood aan keizer
Karet. V te kennen; zij verklaarden, dat zij, behalve 580
roeden dijk langs den Pluimpotook nog 2761 roeden las-
tigen zeedijk" aan hunne polders hadden te onderhouden, en
dat hunne gronden reeds driemaal waren overstroomd geweest.
Verder werd ook gezegd dat door deze overstroomingen groote
schade, zoowel //aan vruchten, vee en huizen als aan dijken"
was aangerigt en dat zij 2 17 fi Vlaamsch per gemetzijnde
meer dan de waarde der landentot herstel hunner dijken had
den uitgegeven. Behalve het reeds genoemde hadden zij ook
nog 309 roeden dijk van den polder Moggershil benevens
twee groote nollen met onderscheidene rijshoofden te onderhou
den en voor dit alles waren slechts 1405 schotbare gemeten
lands 1). Op deze klagte ontvingen eigenaren berigtdat
voortaan van deze polders slechts half geschot in alle beden
door of van wege de Staten te heffen zou worden gevorderd
ook werd hun kwijtschelding verleend van al hetgeende ge
schoten of beden in de eerstvolgende zes jaren meer zouden
komen te bedragen dan 6 *1 Vlaamsch per gemet. Uit dit alles
is dus na te gaan hoeveel inspanning het toen reeds kostte,
de op zoo omslagtige wijze aan de zee ontwoekerde gronden
te behoudenzonder hulp van hooger hand waren zij ongetwij
feld dan ook weder verloren gegaan want de middelenwaar
over ingelanden in die tijden beschikten waren uiterst gering.
Door den Allerheiligenvloed van 1570 is Sint-Annaland of
het Oudeland andermaal overstroomd. Zulks blijkt uit het
dijkgeschot over de gronden van Nieuw-Ravensoord omgesla
gen 2). Het wordt niet vermeld van welken kant het water
alstoen naar binnen gedrongen isdoch vermoedelijk had dit
Smallegange Kronijk van Zeelandpag. 750 en 751.
2) Kerkelijk archief van Sint-Maartensdijk.