189 plaats bij de groote wiel aan den oostkant des polderswaar reeds voor de tweede maal dijkbreuk was ontstaan. Ook te dien tijde was het treurig met den toestand van ingelanden gesteld voor de waterkeering moesten zware dijkgeschoten wror- den omgeslagen en de opbrengst der gronden was uitermate gering. Om van een en ander een blijk te geven, stippen wij aan dat de 8 gemeten landdie de kerk van Sint-Maar tensdijk in den polder bezat, in 1571 waren verpacht voor een gezamenlijk bedrag van 2 xm fi Ylaamsch, terwijl de onkosten voor den dijk, die in het vorige jaar zoo deerlijk gehavend was toen nog 2 1 fi iv t Ylaamsch bedroegen. Er bleef dus slechts xi j] 8 1 overdoch het nog kortelings geschonken eigendom was bezwaard met eene jaardienst en eene jaarlijksche uitdeeling van "zes achten deelen tarwebroodsen hiervoor waren de overschotten in den regel niet toereikend x). Op voorstel van baljuw schout en schepenen besloten kerk meesters in 1574 dan ook genoemd land te verlaten, on der voorgeving dat daer meer schade afquam dan prouf- fijts" In 1578 moeten de lasten hier weder zeer drukkend zijn geweestdaar alstoen zelfs door de eigenaren van de gronden in en langs den Pluimpotaan de polders werd bijgedragen met een geschot van x per gemet s). Het blijkt evenwel nietof alstoen de eene of andere ramp is veroorzaaktdoch uit den omvang der bijdrage is na te gaan datof eene door braak moet zijn ontstaan of wel eene noodzakelijke dijksver- betering moet hebben plaats gegrepen Spraken wij hierboven van de wielen achter de dijken langs den voormaligen Breedeu vliet aanwezigook in den dijk aan den oostkant van het dorp worden nog overblijfselen van ont zaggelijke doorbraken opgemerkt. Uit eene dezer iszooals wij reeds opmerkten het nog duidelijk zigtbaardal de water- Kerkelijk archief van Sint-Maartensdijk. 1 bid. 3) Kerkelijk archief van Scherpenisse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 209