191 zijn of door overvloeijingof door dijkbreuken ook daardoor overstroomd, en de geschoten tot herstel der gehavende dijken omgeslagen liepen buitengewoon hoog x). Het was evenwel voor de laatste maaldat het zeewater naar binnen drong want door geene der latere stormvloeden als die van 1775 1S08 en 1825, zijn de polders meer ondergevloeid. He dijken werdenals een gevolg van de geleden ongelukken ook mer kelijk verhoogd en niet alleen was men er in den laatsten tijd op bedacht geweest het water bij zijne hoogste klimming te keeren ook het ontstaan van grondverlies had men getracht te voorkomendoor een' doelmatiger aanleg der dijksbeloopen. Maar ook dit moet worden opgemerktdatschoon deze be dijkingen onderscheidene malen onder het water zijn bedol ven er toch nimmer buitenpoldering van gronden heeft plaats gehad. Met uitzondering van eenige geringe afwijkingen door het digten van ontstane doorbraken liggen de dijken in hunne strekking nog altijd daar, zooals zij reeds in 1475 zijn aangelegd. Bedroeg de gezamenlijke lengte der zeeweringen bij de inpol dering 14260 meter en werd deze tengevolge van de verkleining van Moggershil in 1532 zelfs gebragt op 14610 meter, door de bedijking van den polder Breedevliet is zij met 5775 meter en door de inpoldering van den Mariapolder en de afsluiting van den Pluimpot achtereenvolgens nog met 725 en 3000 me ter verminderd Hoor de indijking der polders Suzanna en Joanna-Maria is eindelijk nog 3120 meter dijk aan den aanval der wateren onttrokken en dit alles in mindering brengende blijkt, dat thans maar 1990 meter lengte door de zee wordt bespoeld Deze zeedijk ligt over 1822 meter aan den polder Anna-Vosdijk, langs het Keeten en de Mosselkreek en over 168 meter aan den polder Oudeland langs de haven. De gemiddelde hoogte van den zeedijk bedraagt 4,92 meter boven A P.; hij is aan den polder Anna-Vosdijk in 1874 1) Archief der polders van Sint-Annaland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 211