193 staat aan deze polders niethet gewoon hoogwater zou even wel kunnen worden bepaald op 0,72 meter beneden den boven kant van den middelsten of hoogsten deksteen op 't buitenfront der zeesluis of op 1,42 meter boven A. P. Het verschil tus- schen eb en vloed zal hier 3 meter bedragen. De beide polders Anna-Vosdijk en Oudeland zijn sedert den aanvang van hun bestaan door een gemeenschappelijk bestuur beheerd. Reeds vóór de inpoldering werd in het octrooi van bedijking bepaald, dat voor /'het nieuwe land" een bestuur, bestaande uit een' dijkgraaf en drie gezworenen zou worden aan gesteld en naar de bevelen daarvan had men zich reeds bij het opwerken der dijken te gedragen. In dit bestuur heeft later geene verandering plaats gehadwanteven als voor vier eeuwenbestaat het ook thans uit hetzelfde aantal leden met een' ontvanger-griffier. De grootte der polders komt verschillend voor; in 1546 be droeg zij 1405 schotbare gemeten. Thaus beslaan de beide polders eene oppervlakte van 584,6979 hectaren schotbaar- of zoogenaamd dijkers- en 196,0120 hectaren vroonland, zonder het Zilverhoekje in den polder Anna-Vosdijkhetwelk nog 8,3610 hectaren bevat 1). In den polder Oudeland ligt ook eene niet onbelangrijke strook grondsdie door het dijksbestuur van het waterschap Sint-Maartensdijk wordt beheerd zij is uit de schor ren van Gijsbrecht van Neijeniiode ontstaan en ligt van de andere gronden in den polder alleen door het overblijfsel der Winkelee gescheiden. Deze strook staat bekend onder den naam van Nieuw-Ravensoord in tegenoverstelling van Oud-Ra- vensoordeen deel van het Uiterste-Nieuwlandzij vormt dus geen op zich zeiven gelegen polder maar maakt deel uit van het Oudeland met welks bedijking ook zij is drooggevallen. Schoon dus door dezelfde waterkeering beschermdwordt in Archief der polders van Sint-Aimaland. Archief IVe. dl. 2e. st. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 213