195 per hectare en de bijdrage van het Oudeland is bij volle hefting f 1 voor eiken meter lengte beschermden dijk. Voor deze bij dragen worden nu ook de gronden van den Zilverhoek en van Nieuw-Ra vensoord aangeslagen Mariapolder. Na het ontstaan van de beide hiervoren om schreven groote polders is liet eerst de Mariapolder, eene kleine bedijking in de monding van den Pluimpot, aangewonnen. De gronden van dezen kleinen polder waren echter reeds bij de bedijkiug van het Oudeland aanwezigdoch waren hoogst waarschijnlijk niet binnen den kring dier oudere dijkage opge nomen omdat daarvoor een te groote uitsprong van den dijk noodzakelijk zou zijn geweest. Later of in 1506 zijn ze dus afzonderlijk ingepolderd door het opwerken van eene waterkee- ring van ongeveer 900 meter lengte. Bij de afsluiting van den Pluimpot. die juist eene halve eeuw later plaats greep, bleef alleen nog het oostelijke dijkvak van dit poldertje aan de zee blootgesteld, doch bij de indijking van den Joanna-Mariapolder in 1860 werd de geheele waterkeering binnendijk. Het blijkt niet, of de Mariapolder, tijdens de Pluimpot nog open lag veel van den stroom heeft te lijden gehad de geul van het oude vaarwater liep op het zuidelijke eind evenwel kort langs zijne zeewering heen weshalve in der tijd daar mogelijk wel eenige voorzieningen zijn noodzakelijk geweest. Noch van een' aanval van den stroomnoch van verdedigingswerken is echter iets bekend en daar na de sluiting van den Pluimpot hier spoedig rijpe gorsen zijn ontstaan, kan ook nopens de latere geschiedenis van 's polders dijkwezen niets belangrijks worden vermeld. De Mariapolder is door den Allerheiligenvloed van 1570 overstroomd zulks blijkt uit de dijkgeschoten alstoen over de landen in den Baarsdijk- en Smaalzij polder gelegenomgesla gen 1). Het is evenwel niet gebleken van welken kant het Kerkelijk archief van Scherpenisse. Rek. 1571.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 215