2U0 gatontstaan en het zeewater dus van den kant van het ver dronken Stavenisse naar binnen gedrongen. Deze wielhet grootste blijk van doorbraak op het eiland beslaat ten huidi- gen dage nog eene oppervlakte van 1,3350 hectare en hare diepte bedraagt nog 4 a 5 meter. Of de polder door den Allerheiligenvloed van 1570 is over stroomd is onzekerongetwijfeld leed hij daardoor groote schade, want zijn eerst in 1566 gedigte en te gelijk verhoogde dijkhad alstoen zeker nog niet de vereischte vastheid er langd. Daarna is deze bedijkingdie nu geheel door voorpol ders ingesloten is, door geene rampen meer getroffen. Voor hare dijken zijn in 1599 en in 1670 de polders Stavenisse en Suzanna aangewonnenen sedert deze aanwinningen hebben plaats gegrepenis schier niets meer aan hare voormalige wa- terkeeringen verrigt. Valt nopens het dijkwezen van dezen binnen polder alzoo weinig te vermeldenalvorens wij daarvan afstappen moet nog worden opgemerktdat vóór de bepoldering van Stavenissede westelijke zeedijk bij stormen aan een' waarlijk zwareu golfslag lag blootgesteld en uit dien hoofde ook onderscheidene malen is verhoogd en verzwaard. Ook de oostelijke dijk, dieevenwel minder last van het water te verduren had is vóór de vorming van den Suzannapolder nog merkelijk verzwaard. De polder Breedevliet voert zijn water af op het Oudeland van Sint-Annalandde steenen duikerwaardoor de loozing plaats vindtligt juist tegenover de voormalige Winkelee een in 1475 afgesloten stroom. Deze bedijking heeft dus met de polders Anna-Vosdijk Oudeland, Pluimpot en Maria eene ge meenschappelijke uitwatering en in de onderhoudskosten daar van draagt zij in evenredigheid van hare grootte bij Slechts de waterleiding langs den dijkvan den uitwateringsduiker af tot aan den Staartwegis voor een derde gedeelte bij den polder in onderhoud al de overige waterwegenaan schouwing onderworpen worden door de eigenaren der aanliggende landen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1878 | | pagina 220