205
herbedijking een aanvang werd gemaakt, liep het toch zeer lang
aan alvorens de werken tot sluiting van den dijk waren vol
tooid eerst in Junij van hetzelfde jaar was de ontstane door
braak gedigt en daarvoor was eene uitgaaf van ruim 870
Ylaamsch noodig geweest. Uit een en ander blijktwelk na
deel ook dit onheil alzoo heeft berokkendzonder nog de
schade die aan het gezaai en de vruchtbaarheid van den grond
was toegebragt, daarbij in aanmerking te nemen.
Ook in het vervolg schijnt de polder vaak in zeer ongunstige
omstandigheden te hebben verkeerd. Zulks blijkt inzonderheid
uit de ruime ondersteuningdie van tijd tot tijd genoten werd.
Zoo toch is in 1764 door de Staten van dit gewest voor veer
tien achtereenvolgende jaren eene bijdrage van 40 Ylaamsch
uit de provinciale fondsen toegestaan terwijl door S. L. IIuij-
gens douairière van Wassenaak in hetzelfde jaar remissie"
werd verleend van 3 per gemet erfpacht voor den tijd van
zeven jaar. In 1777 hebben de Staten de hierboven bedoelde
bijdrage nog voor tien jaren toegezegdzijnde een en ander
wel een bewijs voor den sterken aanval van den stroom
dien de polder ook destijds te verduren had. In 1799 beliepen
de kosten der buitengewone werken ruim 1038 Ylaamsch en
als een blijk hoe krachtdadig men toen de ongelukkige bedijking
te hulp kwam kunnen wij mededeelendat de ondersteuning
uit 's lands kas 940 Ylaamsch bedroeg J).
Dubbel rampspoedig voor dezen polder was ook de storm
vloed van 1808. De westelijke Schenkeldijk brak tengevolge
van het overstortende water op twee plaatsen dooren door deze
openingen te zamen 60 meter wijd vloeide de polder weder
geheel onder. Groote schade werd aan de bedijking veroor
zaakt en zware offers waren noodigom het in eene bare zee
veranderde land weder aan het water te onttrekken. Het ont
brak echter ook bij deze gelegenheid niet aan ondersteuning van
0 Archief der polders van Sint-Annaland.