218
trouwd aan een' dijkgraaf en drie gezworenen bijgestaan door
een' klerk en een5 penningmeester Niet één hunner had even
wel eene vaste bezoldigingdoch genoten voor het doen van
u inspectiën55 en voor liet uittellen van materialen dagloonen
ook werd hun toegelegd den 20™ penning van het bedrag dei-
aanbestede of uitgevoerde werken. De penningmeester genoot
boven het schrijfloon der rekeningeninsgelijks den 20en pen
ning55 van de door hem geïnde ontvangsten.
Thans bestaat het bestuur uit een5 dijkgraaf en drie gezwore
nen met een1 ontvanger-griflier en aan al deze betrekkingen
zijn nu vaste jaarwedden verbonden.
Behalve de hierboven vermelde polders behooren tot de ge
meente Oud-Vosmeer nog de bedijkingen van Oost-, West
en Nieuw-Vrijberghe benevens den Hollare- en van Haaften-
polder met een gedeelte van den Sluispolderzijnde alle aan
winsten ten noorden van de reeds omschreven dijkages. De
drie eersten dezer polders, kwamen in de 17e en 18e; de drie
laatste eerst in de 19e eeuw tot stand. Elke dezer nieuwe be
dijkingen heeft zijn eigen beheer en zijn door geene gemeen
schappelijke belangen aan elkander verbonden.
Oud-Vossemeerpolder. Zooals wij reeds hebben opge
merkt is dit de eerste polder van Oud-Vosmeer, die langs de
noordelijke kust van Tholen is gevormd. Hij is in het begin
der 15e eeuw bedijkt en de gronden, waaruit hij aangewon
nen is, worden in geschrifte voor het eerst in 1410 vermeld.
Velen willen evenwel aan deze bedijking een en hoogeren ouder
dom hebben toegekendomdat de brief van Gilles van
Wissekekke van J 7 Junij 1433 betrekkelijk de uitgifte van
zekere gorsen onder anderen ook door vijf schepenen van deze
heerlijkheid is bezegeld. Hierin nu meent men het bewijs te
zien dat reeds toen een geregeld bestuur bestond en dit nu
zegt men laat zich niet denken zonder 1t dorp hetwelk in
de tweede der tot stand gekomen bedijkingen in den Kerke-