223
jaar, waarin de onderwerpelijke polder kon zijn gevormd. Een
en ander nu met elkander in verband brengende zien wijdat
de Dalempolder of enkele jaren vroeger moet zijn aangewonnen,
of dat alle of enkele der gestelde tussehenruimten voor de op
volgende Tliolensche bedijkingen nog iets korter moeten zijn
geweest Doch genoeg; èn uit de locale gesteldheid der voor
polders èn uit de stukken op deze gronden betrekking heb
bende blijkt dat alle twijfel omtrent den juisten tijd der in
poldering is opgeheven.
Hebben wij alzoo tot dusverre den tijd waarinwij zullen
alsnu ook de wijze waarop de indijking heeft plaats gegrepen
nader trachten te ontwikkelen om eindelijk eenige oogenblik-
ken stil te staan bij de lotgevallen waardoor ook deze dijkage
in den loop der tijden is getroffen.
Blijkens den koopbrief verkregen de bedijkers van Oud-Vos
meer n alle Ambochts- ende Ambochtsgevolge ende alle Ambochts
Ueclitmetten lidenden vogelrije visscherije wintbrand
excijnseveeren giften van herken ende allen anderen oirbair
en pronffijte die daer offcoemen sullen metten middeldijcken
die nu zeedijcken zijn en daer afjcomen salende met der
h Heerlijckhede van den dijck van brouck met zijnen toebehoir-
n ten strekkende van de heerlijckhede van Vossemeer tot Gaite-
n weel toei" De zeedijken van de Tliolensche polders, die bij
de indijking dezer gronden veranderden in binnendijken ver
vielen alzoo aan het te vormen ambacht en hieruit wordt het
duidelijkwaarom deze voormalige waterkeeringeuin strijd
met hun' aanlegthans niet meer tot het gebied van Tholen
behooren. Ook het gedeelte dijk van den Broekpolderlig
gende voor de nieuwe dijkagewerd door den graaf aan het
ambacht toegevoegd. Dit gedeelte dijk werd gezegd te strek
ken tot aan de Catteweeldat is, tot aan de nu grootelijks
opgedroogde wiel in den dijkdie de polders Broek en Eoo-
land van elkander scheidt
De bedijkers verkregen ook het regtom voor het nieuwe
land dijckgraven schepen en officiers aan te stellen en voor